Staatssecretaris reageert op brief over faunabeheereenheden
Bij brief d.d. 24 maart heeft de staatssecretaris, Van Dam, toch nog gereageerd op onze brief van 1 februari inzake de samenstelling van de besturen van de faunabeheereenheden.
In deze brief legt de heer Van Dam artikel 3.12 van de wet, anders dan wij dat doen, zo uit dat het voldoende is dat in het bestuur van een faunabeheereenheid één maatschappelijke organisatie is vertegenwoordigd. Wij zijn het hier niet mee eens en zullen dit te zijner tijd aan de rechter voorleggen.
In strijd met wens van het parlement
Een ander punt uit onze brief is dat in het bestuur maatschappelijke organisaties moeten zitten ‘die het doel behartigen van een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren’, aldus de wet. In de praktijk komt het erop neer dat deze maatschappelijke organisaties niet alleen de jacht op wild moeten accepteren, maar het belang van de jagers zelfs moeten behartigen, als zij in het bestuur van een faunabeheereenheid plaatsnemen. Het bestuur van een faunabeheereenheid moet namelijk een faunabeheerplan opstellen, waarin ook de jacht wordt meegenomen. Bij de jacht op wild gaat het niet om de bestrijding van schade of het beheer van in het wild levende dieren, maar om een vorm van ‘plezierjacht’ ook wel ‘oogstjacht’of ‘benuttingsjacht’ genoemd. Bij jacht bepaalt de jager zelf waar, wanneer en hoeveel van de aangewezen wildsoorten hij in zijn eigen jachtveld schiet.
De staatssecretaris ontkent in zijn brief dat de term ‘duurzaam beheer’ beperkt wordt uitgelegd, maar in feite vloeit deze beperkte uitleg min of meer voort uit de wet zelf. In ieder geval is het resultaat dat De Faunabescherming vanwege deze uitleg geen deel wenst uit te maken van het bestuur van een van de faunabeheereenheden.
Dit komt niet overeen met de wens van het parlement. In de 1e Kamer werd een motie aangenomen, waarin de regering werd gevraagd om ervoor te zorgen dat het bestuur van de faunabeheereenheden de gewenste brede samenstelling zouden krijgen ten behoeve van een maatschappelijk gedragen faunabeleid. Op deze manier is de brede samenstelling heel ver te zoeken.