Wil(d)t u dit op uw bordje?
Als je jagersverhalen mag geloven is er niets zo gezond als het eten van wild, het ultieme scharrelvlees.
In december puilen de supermarkten uit van het vlees van herten, wilde zwijnen, reeën, hazen en konijnen. Gerechten worden steeds luxer, de herkomst van ingrediënten steeds dubieuzer. Jagers vinden het buitengewoon handig dat de horeca en de supermarkten zich uitsloven om wild eten te promoten. Driesterrenkoks schitteren op TV en proberen elkaar te overtroeven in het bereiden van uit de natuur geroofde dieren. Jagers vinden het allemaal prima! Een mooier alibi om te kunnen blijven jagen kun je niet verzinnen.
Maar wat de consument zich niet realiseert is dat het eerlijke biologische stukje wildbraad dat consumenten wordt voorgespiegeld zeer waarschijnlijk afkomstig is van konijnenfokkerijen in China, hertenfokkerijen uit Oost-Europa en Nieuw-Zeeland en schietparadijzen voor jagers zoals Argentinië en Afrika. Buiten Nederland worden de meeste wilde zwijnen nog altijd door middel van de zeer wrede drijfjachten geschoten.
Maar ook het Nederlandse wild is niet veilig. Wie niet dagelijks diep het bos ingaat heeft geen idee van wat zich daar afspeelt. Op de Veluwe zijn het afgelopen jaar bijna 6.000 wilde zwijnen geschoten, waaronder veel biggetjes. Het vlees wordt verkocht aan plaatselijke restaurants of de jagers nemen het zelf mee naar huis. Zelfs het Nationale Park de Hoge Veluwe verkoopt zijn geschoten dieren als wildpakketjes via internet. Opbrengst: 25.000 tot 50.000 euro per jaar. De vraag is groot en in de herfst blijkt het wild vaak al te zijn uitverkocht. Daarna is het nog maar een kleine stap om het aanbod aan te passen aan de vraag. En dat gebeurt dan ook. Hoe meer vrouwtjesdieren, des te groter de aanwas. Zo worden op de Veluwe de populaties wilde zwijnen, herten en reeën door jagers gemanipuleerd om er meer te kunnen schieten.
In 1977 werden er volgens het ministerie van Landbouw 655 wilde zwijnen op de Veluwe geschoten. Nu gaat het om bijna 6.000 exemplaren. We kunnen rustig spreken van wildexploitatie in plaats van wildbeheer. En de consumenten zijn daar medeplichtig aan.
Dat jagen nooit op een diervriendelijke manier kan gebeuren, werd opgetekend uit de mond van een ‘professionele’ jager op de Veluwe: “Op het eerste schot viel de big ter plekke. De volwassen dieren renden weg in paniek. De overige vijf biggen drukten zich aan de grond en gingen daarna rennend naar de dekking. Het volgende schot was een misser en op het volgende schot tolde er een over de bol en bij het schot daarna nog een. Op de plaats zelf is er grote schrik en paniek….”.
De internationale Horeca groothandel floreert, de jager glorieert en de Nederlandse wildconsument hapt zeer waarschijnlijk evenveel dierenleed naar binnen als met welk ander stuk vlees dan ook. Fijne Feestdagen!