Wilde zwijnen in Nederland
Wilde zwijnen zijn geregeld in het nieuws. Allereerst omdat er onvoorstelbare aantallen worden afgeschoten: een wild zwijn heeft elk jaar maar een kans van zo’n 20% om tot het volgende jaar te overleven. De intensieve jacht op zwijnen verhindert een natuurlijke populatie-opbouw, bevordert de kans op aanrijdingen, zorgt voor een permanente verstoring van de natuur en maakt de zwijnen zo schuw dat ze zelden meer te zien zijn.
Rapport
Op verzoek van het Faunafonds heeft CLM Onderzoek en Advies een rapport opgesteld met betrekking tot wilde zwijnen. De aanleiding voor dit onderzoek was dat op dit moment drie gebieden in Nederland zijn aangewezen, waar wilde zwijnen ‘mogen’ voorkomen, te weten Veluwe (Gelderland), Meinweg en Meerlebroek (beide Limburg). Voor de rest van Nederland geldt het zogenaamde nulstandbeleid. Dat betekent dat elk wild zwijn dat zich buiten de leefgebieden bevindt in principe mag worden afgeschoten. Ondanks het feit dat hier ook gretig gebruik van wordt gemaakt door de jagers komen op veel meer plaatsen in ons land steeds meer wilde zwijnen voor. Dan gaat het niet alleen om de directe omgeving van de aangewezen ‘leefgebieden’, maar bijvoorbeeld ook om Noord-Brabant, Utrecht, Overijssel en Drenthe. Dat is ook logisch, aangezien veel meer gebieden geschikt zijn voor zwijnen en deze dieren daar ook gebruik van zullen maken zolang ze niet door middel van een fysieke barrière, bijvoorbeeld een raster, worden tegengehouden. De opdracht van de onderzoekers was om te kijken naar de ontwikkeling van de schade die door wilde zwijnen wordt aangericht, de kansen en risico’s op verdere verspreiding van het wilde zwijn en de middelen om de eventuele schade te voorkomen.
Aantal wilde zwijnen neemt elk jaar toe – schade gering
Uit het onderzoek blijkt dat het aantal wilde zwijnen ondanks het intensieve afschot nog elk jaar toeneemt. Dat is ook logisch, aangezien zwijnen zich zeer snel kunnen voortplanten en op die manier dus zelfs grote verliezen kunnen compenseren met extra aanwas. Uit het onderzoek blijkt ook dat de schade aan landbouwgewassen weliswaar is toegenomen maar, met 150.000 euro tot 200.000 euro in totaal per jaar, als relatief gering moet worden beschouwd. Bovendien kan landbouwschade goed worden voorkomen door middel van een afrastering rondom schadegevoelige percelen. In het onderzoek wordt gewezen op het risico op het overbrengen van ziekten naar de varkenshouderij. Dat risico blijkt buitengewoon klein te zijn. Maar ook hiervoor geldt dat als een varkensbedrijf geen risico wil lopen, gekozen kan worden voor het aanbrengen van rasters om de zwijnen op afstand te houden. Ten slotte wordt gewezen op het risico van aanrijdingen. Allereerst betekent een aanrijding vooral een risico voor het zwijn zelf. Bovendien blijkt het aantal aanrijdingen in Gelderland en Limburg af te nemen en zijn er zeer goede maatregelen te treffen om de kans op aanrijdingen te beperken. Het gaat dan om het verlagen van de verkeerssnelheid, het overzichtelijker maken van de wegbermen en het voorlichten van de weggebruikers over de aanwezigheid van deze dieren en hun gedrag.
Nulstandbeleid werkt niet – waarom dan toch drukjacht?
De onderzoekers komen in dit rapport terecht tot de conclusie dat het nulstandbeleid niet werkt. Hun advies is vervolgens om dit beleid aan te passen en meer gebieden aan te wijzen als ‘leefgebied’ waar de zwijnen voortaan mogen voorkomen. Aan de andere kant zijn er volgens hen dan ook gebieden waar wilde zwijnen ongewenst zijn. De onderzoekers stellen voor om in die gebieden de jacht op wilde zwijnen nog intensiever uit te voeren dan nu het geval is en om zelfs zeer ingrijpende middelen, die nu verboden zijn, zoals de drukjacht in te gaan zetten. De drukjacht, waarbij de dieren worden opgejaagd richting de jager en vervolgens worden geschoten, veroorzaakt zeer veel onrust in het hele gebied en veroorzaakt veel leed, vanwege de grote kans op het verwonden van de zwijnen in plaats van het direct dodelijk raken. Wij vinden deze aanbeveling van de onderzoekers dan ook onbegrijpelijk.
Beschermd dier of schietschijf?
Het gaat hier om een beschermde inheemse diersoort. Als er sprake is van belangrijke schade of een gevaar voor de openbare veiligheid, dan zouden de maatregelen zich daarop moeten richten. Dat betekent dat schadegevoelige en zeer kapitaalsintensieve gewassen beschermd zouden moeten worden door middel van een raster. Dat betekent ook dat varkensbedrijven, die menen een risico te lopen op veeziekten, zelf maatregelen zouden moeten nemen om hun eigen dieren te beschermen. Dat is nog afgezien van het feit dat men ook van mening kan zijn dat voor de intensieve veehouderij sowieso geen ruimte is in dit land en dat gehouden dieren kunnen worden beschermd tegen allerlei veeziekten door ze in te enten en/of zo te houden dat ze beter bestand zijn tegen eventuele besmettingen. Ten slotte zijn er, zoals wij hiervoor al hebben aangegeven, diverse maatregelen te treffen om de kans op aanrijdingen met wilde zwijnen te verkleinen.
Kortom, er is geen enkele reden om nu opnieuw te kiezen voor de heilloze weg van het grootschalig doden van wilde zwijnen, aangezien de praktijk inmiddels ruimschoots heeft bewezen dat dit geen oplossing biedt. Gelukkig zegt de verantwoordelijke gedeputeerde in Gelderland: “Er is geen enkel draagvlak voor het opnieuw invoeren van de drukjacht op wilde zwijnen.” En zo is het!