Wet natuurbescherming aangenomen
De Faunabescherming verwacht geen verbetering voor de fauna
Op 15 december heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel natuurbescherming goedgekeurd. Deze wet vervangt onder andere de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet en zal naar verwachting op 1 juli 2016 van kracht worden.
Huidige wet
Het uitgangspunt van de Flora- en faunawet is dat in het wild levende dieren met rust worden gelaten. Daar kan een uitzondering op worden gemaakt bijvoorbeeld als er sprake is van belangrijke schade aan landbouwgewassen of als de openbare veiligheid of de volksgezondheid in het geding zijn. In dat geval kan er door de provincie (of de minister) onder voorwaarden toestemming worden gegeven om beschermde dieren te doden. Uit de praktijk van de afgelopen jaren blijkt dat provincies hier ruimschoots gebruik van maken en dat veel diersoorten gedurende een groot deel van het jaar of zelfs het gehele jaar beschoten kunnen worden.
Een vreemde uitzondering op dit hele systeem is de jacht. In deze wet zijn vijf diersoorten aangewezen, te weten haas, konijn, wilde eend, fazant en houtduif, waarop mag worden gejaagd tijdens het geopende jachtseizoen. De reden om deze dieren te doden is geen andere dan het plezier dat de betreffende jagers daaraan beleven. Dat betreft dus een vorm van plezierjacht, hobbyjacht, recreatiejacht of welke term je er ook maar aan wilt verbinden.
Nieuwe wet geen verbetering
De Faunabescherming had gehoopt dat deze vreemde uitzondering in de Wet natuurbescherming zou worden geschrapt. Het is niet meer van deze tijd om een handjevol particulieren de ruimte te geven om louter voor hun eigen plezier dieren te doden. Helaas wilde de toenmalige staatssecretaris Dijksma, niet zover gaan om de jacht geheel te schrappen. In het wetsvoorstel, zoals dat in eerste instantie aan de Tweede Kamer was voorgelegd, werd de jacht wel in hoge mate beperkt. In het voorstel was vastgelegd dat er afschotplannen zouden moeten worden opgesteld, waaraan jagers zich zouden moeten houden. Dat betekende dat vooraf zou worden aangeven hoeveel dieren er per gebied zouden worden gedood en uiteraard zou daarin moeten worden uitgelegd waarom. De jagers zagen hierin een ernstige aantasting van de vrijheid om hun hobby ongestoord te kunnen uitvoeren en zij zijn een lobbycampagne gestart. Zij hebben de PvdA zover gekregen om samen met de VVD een amendement in te dienen, waarmee de jacht alsnog geheel vrij wordt gegeven. Dit amendement is in de Tweede Kamer aangenomen en het wetsvoorstel is vervolgens aan de Eerste Kamer voorgelegd.
Veel uitzonderingen mogelijk
De Faunabescherming heeft de leden van de Eerste Kamer gewezen op het feit dat deze wet, die bedoeld was om in het wild levende dieren te beschermen, veel te veel mogelijkheden biedt om van deze bescherming af te wijken. Dan gaat het niet alleen om de jacht, maar ook om het doden van dieren zonder dat daar een goede reden voor is. Provincies kunnen bijvoorbeeld een vrijstelling verlenen aan grondgebruikers om dieren te (laten) doden vanwege schade die volgend jaar wordt verwacht (!). En als gevolg van een amendement van de VVD wordt de provincies ook de mogelijkheid geboden om aan gemeenten een vrijstelling te verlenen om dieren te doden vanwege ‘overlast’. Een vrijstelling is een soort algemene vergunning die in dit geval door alle grondgebruikers of door alle gemeenten kan worden gebruikt.
Handhaving vrijwel onmogelijk
Aan alle mogelijkheden die worden geboden om dieren te doden, zijn weliswaar regels of voorwaarden verbonden, maar de handhaving daarvan is praktisch niet uitvoerbaar. Zo kunnen jagers in hun eigen jachtveld nu al hun gang gaan en dat zal met deze nieuwe wet niet veranderen. Zij hoeven nergens te melden dat ze op jacht gaan. Maar ook de hiervoor genoemde vrijstellingen betekenen dat alle grondgebruikers of alle gemeenten daar gebruik van kunnen maken. Het is volstrekt onmogelijk voor bijvoorbeeld de politie om na te gaan of zij zich daarbij aan de regels houden. Zij kunnen elke dag van deze vrijstelling gebruik maken en hoeven dat niet eerst aan te kondigen. Bovendien is het voor een opsporingsambtenaar natuurlijk niet na te gaan of er daadwerkelijk sprake is van dreigende schade in het komende jaar.
Conclusie
De leden van de Eerste Kamer hebben zeer kritische vragen gesteld. Het probleem is dat de Eerste Kamer een wetsvoorstel slechts kan goedkeuren of afkeuren. De leden kunnen het voorstel niet aanpassen. Zij hebben nog wel een poging gedaan om iets te repareren door moties in te dienen, maar daarmee kunnen ze de regering alleen maar verzoeken om iets te doen. Uiteindelijk heeft een meerderheid van de Eerste Kamer het voorstel aangenomen.
De Faunabescherming vindt deze wet een gemiste kans om daadwerkelijk goede bescherming te bieden. De Faunabescherming had gehoopt dat de macht van de jagers zou worden geminimaliseerd, maar dat is niet gebeurd. De verwachting is dan ook dat deze wet niet tot een verbetering zal leiden als het gaat om de situatie voor diersoorten waar jagers graag het geweer op richten.