Waterschappen houden vol: muskusrat moet dood
Zes waterschappen in Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland hebben de bestrijding van muskusratten gebundeld. In een gezamenlijke beleidsnota geven ze aan op termijn minder muskusratten te willen gaan vangen, maar blijven ze streven naar een zo klein mogelijke populatie muskusratten via de weg van de bestrijding.
De Faunabescherming heeft op deze beleidsnota gereageerd. Wij zijn van mening dat het niet gaat om het beperken van de hoeveelheid muskusratten, maar om het voorkomen of beperken van schade aan oevers en dijken. Allereerst hebben wij erop gewezen dat deze dieren niet te tellen zijn, zodat je ook nooit kan bepalen hoe groot de populatie precies is. De muskusrattenbestrijders menen de aantallen te kunnen bepalen aan de hand van het aantal vangsten per tijdseenheid, maar dat is wetenschappelijk gezien onzin. Het gaat niet om het aantal dieren dat wordt gevangen, maar om het aantal dieren dat overblijft en dat is onbekend.
Ook hebben wij aangegeven dat nog nooit is aangetoond dat het vangen van muskusratten van invloed is op de aantallen. Muskusratten kunnen zich zeer snel voortplanten. Elke gevangen muskusrat wordt binnen korte tijd vervangen door een nieuw, jong exemplaar. De muskusrat zal dus nooit kunnen worden uitgeroeid. Dat betekent dat er altijd muskusratten aanwezig zullen zijn. Alle tijd en middelen (het gaat in Nederland jaarlijks om meer dan 35 miljoen euro) zou dan ook niet moeten worden ingezet op het vangen en doden van deze dieren, maar op het voorkomen van graverij of op het nemen van maatregelen waardoor het graven niet tot problemen kan leiden.
Ook in dit geval zal, net als bij de ganzen, de inrichting van het gebied moeten worden aangepast. Tijd, energie en geld steken in het doden van dieren is een nodeloze verspilling die nooit tot een oplossing zal leiden. Nog los van het dierenleed dat wordt aangericht en dat voor ons onacceptabel is.