Vogelvrijverklaring ganzen in Overijssel iets teruggedraaid
De provincie Overijssel heeft eind 2014 ontheffing verleend om grauwe ganzen, kolganzen en brandganzen zowel in de zomerperiode als in de winterperiode te doden. Deze ontheffing is naar aanleiding van door ons en Vogelbescherming ingediende bezwaren begin dit jaar aangepast. De rechter in Zwolle heeft in een recente uitspraak bepaald dat deze aangepaste ontheffing voor een veel te ruim gebied is verleend.
De ontheffing
Uiteindelijk mocht er op basis van deze ontheffing in de winterperiode (1 oktober tot 1 april) worden geschoten op grauwe ganzen in het werkgebied van alle 43 Wildbeheereenheden en op brandganzen in het werkgebied van 8 Wildbeheereenheden (WBE’s). Voor kolganzen was een aparte regeling verzonnen. De ontheffing was direct geldig in het werkgebied van 15 WBE’s waar in het verleden schade was geconstateerd. Voor de rest van de provincie was bepaald dat daar in de periode van 1 oktober tot 15 februari ook geschoten mag worden, nadat een provinciale toezichthouder heeft geconstateerd dat er daadwerkelijk sprake is van belangrijke schade of als de kans bestaat dat er belangrijke schade ontstaat. En voor de periode 15 februari tot 1 april geldt geen beperking meer en mogen kolganzen in de hele provincie worden gedood.
In de zomerperiode (1 april tot 1 oktober) gelden de volgende regels. Grauwe ganzen en kolganzen mogen in deze periode in de hele provincie worden geschoten. Voor brandganzen geldt dat deze in het werkgebied van 18 WBE’s mogen worden gedood.
Uitspraak
De rechtbank in Zwolle heeft bij uitspraak van 28 augustus een deel van deze ontheffing vernietigd. Zo meende de rechter dat de ontheffing voor het doden van grauwe ganzen in de winterperiode ten onrechte was verleend voor de hele provincie, aangezien er maar in het werkgebied van 21 WBE’s in het verleden schade was ontstaan of ontheffing was verleend. (dus in 22 WBE’s niet). De rechter was niet onder de indruk van de stelling van de provincie dat een gans een actieradius heeft van 30 km. Daarmee is namelijk niet aangetoond dat er in de rest van de provincie ook een daadwerkelijke dreiging is van belangrijke schade, aldus de rechter.
De rechter meende tevens dat de ontheffing voor kolganzen in de zomerperiode ten onrechte voor de hele provincie was verleend, aangezien er maar in 21 WBE’s sprake is geweest van schade of een eerder verleende ontheffing.
Ook de aparte regeling voor kolganzen in de winterperiode is door de rechter afgewezen. Dat in de periode van 1 oktober tot 15 februari pas mag worden geschoten in de andere WBE’s, nadat een toezichthouder heeft geconstateerd dat er sprake is van belangrijke schade, vindt de rechter acceptabel. De rechter gaat echter niet akkoord met toestemming voor afschot als de toezichthouder stelt dat er ‘een kans’ op schade bestaat.
Jammer genoeg heeft de rechter heeft de ontheffing voor wat betreft brandganzen geheel in stand gelaten, evenals het grootschalige afschot van grauwe ganzen in de zomer.
Teleurstelling
Uiteraard hebben wij veel meer ingebracht tegen deze ontheffing. Wij hebben onder andere ook gesteld dat er andere bevredigende oplossingen mogelijk zijn en dat afschot, zeker op deze grote schaal, onnodig en ook ongewenst is. Daar gaat de rechter helaas niet in mee. Wij hebben er tevens op gewezen dat het massaal doden van grote hoeveelheden ganzen in de hele provincie gedurende het gehele jaar niet zal bijdragen aan het significant beperken van landbouwschade.
In de afgelopen jaren zijn er al grote aantallen ganzen gedood en dat heeft niet geleid tot een afname van de schade. Sterker nog, ondanks dit grootschalige afschot zijn de aantallen ganzen toegenomen en is de schade eveneens toegenomen.