Vogelbescherming misleidt publiek
Vogelbescherming claimt op te komen voor vogels, maar ‘dankzij’ de ganzen-overeenkomst zullen er meer ganzen worden geschoten dan ooit.
Effectiviteit
In Trouw van 23 mei jl. geeft de directeur van Vogelbescherming, Fred Wouters, antwoord op vragen over de overeenkomst inzake het schieten van ganzen. Hij stelt in dit artikel dat Vogelbescherming akkoord gaat met het afschot van 100.000 overzomerende grauwe ganzen in vijf jaar tijd om de huidige populatie van 200.000 vogels terug te brengen naar 100.000. Bovendien beweert hij dat na die periode van vijf jaar er zoveel ruimte is dat er geen afschot meer nodig is.
Allereerst negeert hij op deze manier het feit dat ganzen zich voortplanten. De doodgeschoten ganzen zullen worden vervangen door nieuwe ganzen. Omdat er voldoende ruimte en voedsel is, zullen meer jongen worden geboren en volwassen worden. Elke dode gans betekent niet een gans minder, maar een nieuwe gans.
De directeur suggereert dat er de komende vijf jaar ‘maar’ 20.000 grauwe ganzen per jaar zullen worden geschoten. Op deze manier is het uiteraard volstrekt uitgesloten dat de populatie grauwe ganzen daadwerkelijk zal worden verlaagd tot 100.000 vogels. Maar zelfs als er elk jaar 100.000 ganzen worden geschoten (dus in vijf jaar tijd 500.000) dan is het niet na vijf jaar ‘klaar’. Het afschot zal alle jaren daarna ook moeten worden voortgezet.
Andere maatregelen
Op de vraag of de ganzen zich niet juist sneller zullen voortplanten als er meer ruimte is, stelt de directeur dat er na vijf jaar allerlei beheersmaatregelen worden genomen. Er zullen dan bijvoorbeeld rasters worden geplaatst tussen de broedgebieden en de landbouwpercelen, zodat het voedselaanbod voor de kuikens afneemt en de aanwas wordt beperkt. Het is volstrekt onduidelijk waarom deze maatregel niet direct op grote schaal wordt toegepast, zodat het afschot helemaal achterwege kan blijven.
Tegen afschot?
De directeur van Vogelbescherming gaat verder zonder problemen akkoord met het voorstel om alle zogenaamde exoten, waaronder de inmiddels volledig ingeburgerde nijlgans waarvan er naar schatting ruim 50.000 in Nederland voorkomen, met het geweer uit te roeien.
Vogelbescherming blijft volhouden principieel tegen het afschieten van vogels te zijn. Dat blijkt echter niet uit de instemming met deze zinloze massaslachting van ganzen.