Reclame Code Commissie geeft Faunabescherming gelijk
Eind juli heeft De Faunabescherming radiospotjes laten uitzenden, waarin aandacht wordt gevraagd voor de onacceptabele manier waarop in ons land met wilde ganzen wordt omgegaan. Elk jaar worden tienduizenden van deze dieren doodgeschoten of vergast. Daarbij worden soms levende soortgenoten als lokvogels gebruikt. Naar aanleiding van dit spotje zijn twee klachten ingediend bij de Reclame Code Commissie.
De ene klager was van mening dat in het spotje misbruik werd gemaakt van de gebeurtenissen in de 2e Wereldoorlog en dat het spotje kwetsend zou zijn voor mensen die in de oorlog dierbaren hebben verloren. Bovendien zou het onnodig confronterend zijn voor Joodse Nederlanders.
De andere klager (duidelijk afkomstig uit jagerkring) was van mening dat de tekst van het spotje in strijd met de waarheid was. Het gebruik van levende lokganzen is in strijd met de Flora- en faunawet, aldus deze klager. Bovendien meende hij dat ten onrechte de indruk was gewekt dat jagers alleen voor de lol ganzen afschieten.
Op de eerste klacht oordeelde de Commissie dat het spotje overduidelijk was bedoeld om de aandacht van de luisteraar te trekken, maar dat in het spotje vrijwel onmiddellijk duidelijk was waar het om gaat. Wellicht is de wijze van adverteren door sommigen als confronterend ervaren, maar de Commissie is van mening dat daarbij de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden.
Ook over de tweede klacht was de Commissie duidelijk. Zoals door De Faunabescherming is aangetoond is er door de provincie Utrecht ontheffing verleend om gebruik te maken van levende of dode lokganzen bij het schieten van ganzen. In het spotje werd dus wel degelijk de waarheid gesproken. De Commissie was het tevens met De Faunabescherming eens dat jagers de jacht als hobby uitoefenen en plezier beleven aan de jacht. Op basis daarvan kon in het spotje worden gesteld dat de vogels voor de lol worden geschoten.