Reacties gedeputeerden op ganzenactie
Enkele gedeputeerden van de aangeschreven provincies hebben gereageerd op de mailbrieven over ganzen die via onze site door het publiek zijn gestuurd. Hieronder geven wij onze reactie op deze brieven, waaruit blijkt dat de klagers bewust om de tuin worden geleid.
Limburg
De gedeputeerde Landelijk Gebied van de provincie Limburg, Ger Driessen, laat weten dat de provincie een zorgvuldig beheer voert. Het doel is dat de populatie ganzen op een bepaald niveau wordt gehouden. Dat is precies ons bezwaar. De provincie Limburg heeft een ontheffing verleend voor het schieten van zoveel ganzen totdat het gewenste aantal dieren, dat uiteraard veel lager ligt, overblijft. Dit schieten gebeurt overal, dus niet alleen op plaatsen waar landbouwschade optreedt. De ganzen mogen ook direct worden gedood. Er hoeft niet eerst te worden geprobeerd om ze te verjagen. Kortom, het doel van dit beleid is het “doden van ganzen” en niet “het beperken van landbouwschade”.
Noord-Holland
De verantwoordelijke gedeputeerde van de provincie Noord-Holland, Jaap Bond, stelt dat in zijn provincie zorgvuldig en terughoudend wordt opgetreden. Hij laat weten dat in veel gevallen pas tot afschot van grauwe ganzen wordt overgegaan wanneer de grondgebruiker eerst andere middelen heeft ingezet om de dieren te verjagen. De gedeputeerde heeft kennelijk niet goed gekeken naar de recent door hem zelf verleende ontheffing. Hierin geeft hij namelijk toestemming om de komende vijf jaar in de periode februari/maart broedparen grauwe ganzen te schieten totdat er nog maar 1300 paar over zijn. Hoezo zorgvuldig en terughoudend? Dit afschot mag overal plaatsvinden, dus ook daar waar geen sprake is van enige schade. Bovendien mag ook hier, net als in Limburg, direct worden geschoten, zonder dat eerste hoeft te worden geprobeerd te vogels te verjagen. Dus ook voor Noord-Holland geldt: het doel is doden, niet het bestrijden van schade.
Overijssel
De gedeputeerde Landelijk Gebied, Landbouw en Water van de provincie Overijssel, Piet Jansen, zegt zich niet te herkennen in de brief. Ook hij stelt dat zijn provincie een zeer terughoudend beleid voert ten opzichte van ganzen. Maar ook deze provincie kiest voor “populatiebeheer” ofwel het streven naar een gewenste stand. Dat betekent dat er ook in deze provincie ganzen zullen worden gedood die geen landbouwschade hebben veroorzaakt of zullen gaan veroorzaken.
Alle drie deze provincies kiezen voor bestrijdingsacties met het doel om de aantallen ganzen terug te dringen, terwijl zij zouden moeten weten dat dat zinloos is. Elke gedode gans wordt vervangen door een nieuwe. Zij zouden ervoor moeten kiezen om de aanwezigheid van de ganzen als gegeven te accepteren. Deze dieren horen bij het door ons zelf gecreëerde landschap. Als er al landbouwschade door deze dieren dreigt te worden aangericht, zullen de maatregelen zich daarop moeten richten.