Raad van State zeer kritisch over nieuwe natuurwet
Ter vervanging van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet heeft staatssecretaris Bleker de Wet natuurbescherming opgesteld. Verplicht onderdeel in het wetgevingsproces is het vragen van een advies aan de Raad van State. Net als vrijwel alle natuur- en dierenorganisaties is de Raad van State zeer kritisch in haar commentaar. Wij, als Faunabescherming, rekenen erop dat de partijen in de Tweede kamer deze kritiek ter harte zullen nemen en op zijn minst zullen zorgen voor diverse ingrijpende aanpassingen van de Wet natuurbescherming. Het zou echter veel beter zijn het hele wetsontwerp naar de prullenmand te verwijzen en te komen met een geheel nieuwe wetstekst.
Volgens de Raad van State is de natuurbescherming in Nederland de afgelopen jaren niet zodanig geweest dat de natuur in een gunstige staat verkeert en de instandhouding van soorten en habitats is verzekerd. Zelfs bij ongewijzigd beleid, zo geeft de Raad van State aan, is verdere achteruitgang moeilijk te voorkomen en is het de vraag of Nederland op dit punt aan zijn internationale verplichtingen voldoet.
Bovendien is de Raad van State kritisch over het uitgangspunt van Bleker om alleen aan internationale regels te voldoen. Volgens de Raad van State moet het voorstel beter wordt gemotiveerd omdat er diverse diersoorten zijn in Nederland die in hun voortbestaan worden bedreigd maar die internationaal niet worden beschermd.
Bleker stelt voor om de uitvoering van de regels met name neer te leggen bij de provincies. Nu echter de vergunning- en ontheffingsplicht zullen worden vervangen door algemene regels zal toetsing met name achteraf plaatsvinden. Achteraf kan dus pas worden beoordeeld of het afschot van dieren volgens de regelgeving is uitgevoerd. De Raad van State is ook hierover uitermate kritisch omdat in het wetsvoorstel niet wordt gekeken naar bestuurlijke capaciteit en monitoring. Uit onderzoek blijkt dat de toezichts- en handhavingscapaciteit nu al tekortschiet.
Wij, als Faunabescherming, zijn blij met deze opmerking van de Raad van State, omdat het bovenstaande naar voren kwam in onze procedure waarbij wij de provincie Gelderland om afschotgegevens van de wilde zwijnen hadden gevraagd. Hier bleek dat de provincie het toezicht en de controle volledig aan de jagers zelf overliet.
Ook is de Raad van State kritisch over het systeem van de wet waarbij de burgers en bedrijven zelf moeten beoordelen wat de gevolgen zijn van hun handelen. Volgens de Raad zijn de gevolgen vaak onomkeerbaar voor habitats en soorten. De Raad adviseert de staatssecretaris het voorstel opnieuw te bezien en met name te kijken naar de handhaafbaarheid en adviseert tevens om de vergunningplicht en de ontheffingsplicht vooralsnog in stand te laten.
Samenvattend kunnen wij stellen dat de Raad van State hiermee een oproep doet aan de overheid om de natuur extra te beschermen, waarbij een grote rol is weggelegd voor met name de provinciale overheid op het gebied van toezicht en handhaving van de regels.