Provincie Zeeland negeert uitspraak rechter inzake damherten
Zoals wij eind december meldden, hebben Gedeputeerde Staten (GS) van Zeeland ten onrechte ontheffing
verleend voor het afschieten van damherten in de Kop van Schouwen en de Manteling van Walcheren. De rechter in Middelburg was het met ons eens dat de provincie op geen enkele manier had aangetoond dat er in deze gebieden sprake is van een probleem met het welzijn van deze dieren. De rechter heeft GS opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Dat hebben GS recentelijk gedaan en opnieuw heeft de provincie de Faunabeheereenheid toestemming gegeven om damherten te schieten.
Weer in beroep
De Faunabescherming gaat opnieuw in beroep tegen deze ontheffing. Nog steeds heeft de provincie niet aangetoond dat er een noodzaak bestaat om deze dieren in de beide leefgebieden te doden. Zoals de rechtbank terecht heeft opgemerkt gaat het om een beschermde diersoort die in principe met rust moet worden gelaten.
Damherten gevaar voor verkeer?
De provincie stelt nu dat er niet teveel damherten mogen komen, omdat ze dan een gevaar zouden kunnen vormen voor het verkeer. Dit kan natuurlijk nooit een argument zijn om in deze natuurgebieden te gaan schieten. Om aanrijdingen te voorkomen, zullen op en langs de wegen zelf maatregelen moeten worden genomen. Zo zou de verkeerssnelheid kunnen worden verlaagd, zouden op onoverzichtelijke plaatsen rasters kunnen worden geplaatst en zou voorlichting kunnen worden gegeven aan de weggebruikers. In ieder geval kan de verkeersveiligheid nooit een rechtvaardiging zijn voor het schieten in de beide natuurgebieden. Binnen deze gebieden bevinden zich geen verkeerswegen waar ze kunnen worden aangereden. Sterker nog, de kans op aanrijdingen zal door het afschot alleen maar worden verhoogd, aangezien de dieren hierdoor het leefgebied worden uitgejaagd met alle gevolgen van dien.