De Faunabescherming heeft in een brief aan minister G. Verburg van LNV haar verbazing en bezorgdheid geuit omdat het ministerie voornemens is alle huiskraaien in Nederland te gaan vangen.
De huiskraaien hebben zich dus zelfstandig en vrijwillig hier gevestigd. Het uitbreiden van het leefgebied van een bepaalde diersoort door op allerlei drijvende voorwerpen zeestraten over te steken, is een natuurlijk verschijnsel dat overal ter wereld optreedt. Gezien de intensiteit van de scheepvaart over de hele wereld, betekent dat dus ook dat deze huiskraaien Nederland opnieuw op dezelfde manier zullen kunnen bereiken, als de nu aanwezige vogels worden weggevangen. Het wegvangen betekent geen “oplossing” als er al een probleem zou zijn. Ook daarom gaat de vergelijking met bijvoorbeeld de tijgermug mank. De tijgermug vormt een potentieel gevaar voor de volksgezondheid. De zeer kleine populatie huiskraaien leeft al tientallen jaren in Nederland zonder op enige manier daadwerkelijk schade of overlast te veroorzaken. Ze gedragen zich min of meer zoals zwarte kraaien, kauwen of roeken. Als gevolg van de concurrentie met deze inheemse kraaiachtigen is de kans dat zij zich op termijn explosief zullen vermeerderen dan ook nihil. In ieder geval is de situatie in ons land voor dit soort nieuwkomers totaal onvergelijkbaar met de situatie op afgelegen eilanden, waar de inheemse soorten niet gewend zijn aan predatoren.
De Faunabescherming verzoekt de minister met klem van dit voornemen af te zien en de kleine populatie huiskraaien met rust te laten.
Zie ook:
De huiskraai op Wikipedia