In jagerstijdschrift “De Jager” van januari 2016 geeft Marc van den Tweel, directeur van Natuurmonumenten, een interview over “beheer” van “wild” in de natuurgebieden van Natuurmonumenten. Op vrijwel onnavolgbare wijze probeert Van den Tweel belangen van natuur aan die van de jagers te koppelen. In onderstaande reactie aan Van den Tweel en aan Teo Wams, directeur natuurbeheer van Natuurmonumenten, reageert De Faunabescherming op deze ontoelaatbare standpunten.
13 februari: inmiddels heeft Van den Tweel gereageerd en De Faunabescherming geeft daarop weer commentaar.
De inhoud van de brief:
Geachte heer Van den Tweel,
Met verbazing en op sommige momenten ronduit met ergernis hebben wij kennis genomen van het interview met u in De Jager van januari 2016. Naar onze mening zijn sommige van uw opmerkingen duidelijk in strijd met het roemruchte en na vele heftige discussies aanvaarde standpunt, dat er “Geen jacht, tenzij… ” in de terreinen van Natuurmonumenten zou mogen plaatsvinden. In meerdere van uw eigen terreinen heeft u inmiddels bewezen, dat jacht niet per definitie noodzakelijk is om het ‘wild’ op een aanvaardbaar niveau te behouden. Hierbij willen wij graag aantekenen, dat natuurbeheerders de typische jagersterm ‘wild’ eigenlijk nooit in de mond zouden moeten nemen.
Uw opmerking ‘meer wild betekent meer jacht’ is naar onze stellige overtuiging in meerdere opzichten in flagrante tegenstelling met de waarheid én met de mening van de overgrote deel van uw achterban. Bovendien betreft ‘wild’ slechts de vijf bejaagbare soorten, haas, konijn, wilde eend, fazant en houtduif. Wij wijzen u er bijvoorbeeld op, dat tijdens de langdurige en juist door Natuurmonumenten geleide discussie over de nieuwe Wet natuurbescherming, de jacht op wild door uw organisatie rigoureus werd afgekeurd. Ook uit de eerder door uw organisatie georganiseerde ledenraadpleging kwam bepaald niet naar voren, dat de meerderheid voor de zogenaamde ‘benuttingsjacht’ is.
Het lijkt ons belangrijk, dat een grote organisatie als Natuurmonumenten zich realiseert dat haar doelstelling fundamenteel verschilt van die van jagers en sportvissers. Jagers en vissers jagen of vissen niet om te beheren, zij jagen of vissen om te oogsten en voor hun plezier. De doelstellingen van Natuurmonumenten verschillen daarin fundamenteel. Een ‘toegenomen wildstand’ wordt niet in de hand gehouden door jagers, die hebben er bovendien helemaal geen belang bij om een eventueel ‘probleem’ definitief op te lossen. Een jager wil jagen, alle overige aangevoerde argumenten zijn feitelijk niet ter zake doende. Natuurmonumenten zou zich moeten realiseren dat iedere vorm van jacht altijd een groot aantal nadelige bijeffecten heeft: verstoring van alle aanwezige, meestal beschermde soorten, fouten en vergissingen, aanschieten en onnodig lijden.
Jacht is nooit een definitieve oplossing, het is niet meer dan symptoombestrijding. De bejaagde dieren reageren vaak met een verhoogde productie van nakomelingen. Leuk voor de jagers, maar contraproductief voor de beheerders. De productie van zogenaamd ‘duurzaam vlees’ mag en hoort geen doelstelling te zijn van een natuurbeschermingsorganisatie en mag, nogmaals, nooit een reden zijn om dieren, ook de soorten die niet op de jachtlijst staan, dood te schieten. In de eerste plaats is het in onze ogen helemaal niet duurzaam, omdat het verkrijgen ervan met veel verstoring van de natuur gepaard gaat. In de tweede plaats kan de daaruit verkregen winst gemakkelijk leiden tot een meer dan noodzakelijk afschot door de toegenomen vraag naar vlees uit de natuur, die door het aanbieden ervan wordt gestimuleerd.
Het zou in onze ogen Natuurmonumenten sieren als zij duidelijk afstand neemt van jagers en sportvissers. Dergelijke lieden verbruiken onze schaarse natuur in plaats van haar te beschermen. Van Natuurmonumenten verwachten wij uitsluitend dat laatste.
Graag vernemen wij uw reactie op het voorgaande en dan met name op ons verzoek om nadrukkelijk afstand te nemen van jagers en sportvissers.
was getekend: de secretaris van De Faunabescherming
Hier is de reactie van Natuurmonumenten:
Reactie Natuurmonumenten op brief De Faunabescherming (pdf)
De Faunabescherming heeft hierop het volgende commentaar:
Directeur Marc van den Tweel van Natuurmonumenten wil meer begrip en meer samenwerking met de jagers. De leden willen meer wilde dieren zien en meer wild kan naar zijn mening niet zonder jacht. Dat mag dan wel aangeduid worden als “beheer”, dat woord betekent niet anders dan jagen.
Naar de overtuiging van De Faunabescherming is dat een duidelijke breuk met het tot nog toe gevoerde beleid. Alleen in het alleruiterste geval, als er echt geen andere oplossing is voor een ernstig probleem én als jacht dat probleem kan oplossen, zou jacht een oplossing kunnen zijn. Dat is in de praktijk zelden of nooit het geval, omdat jacht niets meer is dan symptoombestrijding. Uitgevoerd door mensen die daar hun hobby van hebben gemaakt. Naar onze overtuiging is dat in flagrante strijd met de belangen van onze grootste natuurbeschermingsorganisatie en ook bepaald niet wat de meerderheid van de leden wil. Het lijkt er sterk op, dat de heer Van den Tweel geen oog heeft voor de schade die iedere vorm van jacht onherroepelijk in natuurgebieden aanricht.