Onnodig “schade-afschot” en een partijdige ambtenaar
In de mistige vroege ochtenduren van zaterdag 25 februari 2012 zag ik vanaf de weg N322 onder Puiflijk / Horssen een jager in waadbroek tegen een slootkant aan liggen. Natuurlijk wachtte ik tot het zicht wat opklaarde en nam toen poolshoogte. Daarbij zag ik de man vanuit zijn hinderlaag een doubletje grauwe ganzen neerhalen en een derde vogel verwonden.
Even later passeerden er een paar vluchten kolganzen die vanaf hun buitendijkse slaapplaats op weg waren naar voedselterreinen elders. Pas toen een clubje van die dieren aanstalten maakte om neer te gaan strijken en op hagel werden getrakteerd, zag ik dat er een drietal lokkers in het weiland was neergezet.
Via 144 meldde ik dit en werd doorgeschakeld naar de meldkamer van de surveillancedienst. Gedurende dat gesprek maakte de jager aanstalten om uit zijn dekking te komen en het leek het me raadzaam om te proberen het bewijsmateriaal fotografisch zeker te stellen. Daarom begaf ik mij op pad en werd meteen tegemoet getreden door de jager, die al van een afstand joviaal met zijn pet begon te zwaaien. Hoewel hij moeite deed om tussen mijn camera en de plaats delict te blijven, gelukte het mij om de drie omhoog gezette dode kolganzen op de gevoelige plaat te vereeuwigen.
De rest van het verhaal spreekt wel voor zichzelf. In casu: duidelijke hobbyjacht op grotendeels doodgevroren grasland vlak langs een drukke autoweg en op amper 100 meter afstand van een met gemeenschapsgeld aangelegd natuurontwikkelinggebied. Waar kunnen onze bij wet beschermde Siberische wintergasten tegenwoordig nog wél veilig overleven?
Daarmee was het nog niet afgelopen. Na lang wachten verscheen niet de surveillancedienst van regiopolitie Gelderland-Zuid, maar een jachtopziener van de WBE Maas en Waal, die geen enkele belangstelling toonde voor het feit waarvan door mij melding was gemaakt, namelijk het gebruik van afgeschoten kolganzen als lokker. In plaats daarvan sommeerde hij mij om de jagers met rust te laten. Anders zou hij wel maatregelen nemen!
Het werd me duidelijk dat ook mijn eerdere meldingen via 144 en regiomeldkamer via deze duidelijk partijdige opsporingsambtenaar zijn “afgehandeld”. Toen ik bij de meldkamer van regiopolitie Gelderland Zuid telefonisch aangifte wilde doen van dit uitgesproken dreigement door een buitengewoon opsporingsambtenaar, werd ik botweg doorverwezen naar de werkgever van die BOA. Daar zullen wij ons uiteraard niet toe wenden, maar wij zullen zeker via de justitie en politiek ónze maatregelen treffen!
NB: deze melding wordt anoniem gepubliceerd, maar naam en adres van de inzender zijn bij De Faunabescherming bekend. De foto’s zijn ter beschikking gesteld door de Ganzenbescherming.