Nieuwe natuurwet houdt plezierjacht in stand
De nieuwe natuurwet is een stap in de goede richting. Staatssecretaris Sharon Dijksma toont aan belang te hechten aan de intrinsieke waarde van de natuur. Ook scherpt zij op papier de regels aan rond de jacht. Maar in de praktijk verandert op dat gebied helaas niets. De Faunabescherming is daarnaast bezorgd over de bescherming van de natuur in het algemeen. Op dit moment is het nog steeds erg slecht gesteld met de biodiversiteit en wordt een groot aantal kwetsbare soorten in zijn voortbestaan bedreigd. Door allerlei maatregelen wordt alleen de achteruitgang enigszins vertraagd.
Jacht
De Faunabescherming ziet afschot als laatste middel in het faunabeheer, mits is aangetoond dat afschot tot een structurele oplossing leidt. Dat blijkt in de praktijk zelden het geval te zijn. Bij eventuele belangrijke landbouwschade of gevaar voor de volksgezondheid of de openbare veiligheid veroorzaakt door dieren, zullen eerst preventieve maatregelen moeten worden genomen. In het voorstel wordt de plezierjacht niet afgeschaft. De wildlijst met daarop konijn, haas, wilde eend, houtduif en fazant blijft gehandhaafd. Afschot zou volgens deze wet moeten plaatsvinden op basis van een afschotplan, waarin aan de hand van tellingen wordt bepaald hoeveel er per gebied mag worden gejaagd. De provincie zou daar toezicht op moeten houden. Allereerst zijn de genoemde soorten niet te tellen. Op deze manier wordt alleen de schijn gewekt dat er zorgvuldig met deze dieren wordt omgegaan. Bovendien is het voor de provincies volstrekt onmogelijk te controleren of de jagers zich aan hun eigen plannen houden.
Actieve bescherming noodzakelijk
Het is belangrijk dat er een actief beschermingsbeleid wordt gevoerd. Niet het tegengaan van verdere achteruitgang van de natuur, maar actieve verbetering ervan zou centraal moeten staan. Het wetsvoorstel schept weliswaar ruimte voor deze aanpak, maar De Faunabescherming maakt zich zorgen over het vrijblijvende karakter van de wet op dit onderdeel. Veel zal afhangen van de uitvoering en die ligt voornamelijk bij de provincies.