Niet wennen aan massaal afschot van zwijnen
Onlangs werden twee ‘deskundigen’ in Trouw geciteerd, die beweerden dat er in Nederland geen wilde zwijnen kunnen leven zonder jacht. Niko Koffeman, lid Eerste Kamer voor de Partij voor de Dieren en Marcel Vossestein, voormalig voorzitter van de Natuurbeschermingscommissie van de KNNV, hebben daar de volgende reactie op geformuleerd.
Artikel
Op de Veluwe schieten jagers elk jaar 8 van elke 10 zwijnen dood. Ondanks het feit dat het om een wettelijk beschermde, niet bejaagbare diersoort gaat. “Wen er maar aan” adviseren Belgische en Duitse deskundigen (Trouw 23-03), ”het voedselaanbod is gewoon te groot voor zelfregulering”. Een merkwaardig misverstand. Juist het massale afschot zorgt voor een sterke voortplantingsprikkel, stelde de Duitse expert, prof. dr. Josef H. Reichholf recent vast. Zijn conclusie luidt: meer jacht leidt tot meer wilde zwijnen en dus ook tot meer overlast.
Populatiebeheer
Sinds 2007 kwam er naast “schadebestrijding” ook “populatiebeheer” als reden om niet-bejaagbare dieren zoals hert en zwijn toch massaal af te schieten. Een krijgslist van CDA-snit om de wettelijke bescherming op grote schaal te kunnen ontduiken. Op de Veluwe mochten na de winter niet meer dan 790 wilde zwijnen leven.Per dichtbebost terrein van ruim 2.000 voetbalvelden (10 km2) moesten minstens 80 van de ruim 100 wilde zwijnen dood. De roep om herinvoering van de wettelijk verboden “drukjacht” klonk. De Tweede Kamer was tegen. De rechter vernietigde de desondanks verleende toestemming van CDA-minister Verburg.
In juli 2008 kwam er alle ruimte voor nog extremere bejaging met wederrechtelijke toestemming voor internationaal verboden middelen als elektronische restlichtversterkers, en het gebruik van de officieel verboden geluiddemper. Maar ook daarmee bleven en blijven de doelstanden buiten bereik.
Populatiedynamiek
Bij het nieuwe beheerplan in 2009 kwam men over de laatste vijf jaar van faunabeheer tot de conclusie dat er elk voorjaar 3x meer wilde zwijnen blijken te zijn dan in het faunabeheerplan afgesproken.
De jagers en de beleidsmakers gaven zichzelf een brevet van onvermogen met een sterk groeiende populatie, meer overlast en meer aanrijdingen. Jacht leidt tot meer wildaanrijdingen. Vooral de zaterdag/zondagnacht en ook die van woensdag op donderdag, tijdens nachtelijke jachtpartijen. In die nachten bleken de aanrijdingen met wilde zwijnen in 2008 59% hoger en met reeën 42%. Het totaalaantal aanrijdingen nam zelfs twee keer sneller toe dan de aantallen wilde zwijnen.
De natuurlijke groepshiërarchie en populatiedynamiek wordt letterlijk aan flarden geschoten als van elke groep 80% sneuvelt en dieren zoeken in blinde paniek een veilig heenkomen. Met hun voortplanting maken de dieren duidelijk dat hun aantallen na de winter te laag zijn. Die van Veluwse herten ligt – met onnatuurlijk vaak tweelingkalfjes – gemiddeld op 1 tot 1,5 kalfje per hinde tegenover 0,6 in de Oostvaardersplassen, waar deze dieren niet worden bejaagd zoals op de Veluwe. In de Oostvaardersplassen selecteert de natuur en worden de dieren die ten dode zijn opgeschreven met het geweer uit hun lijden verlost. De wilde zwijnen op de Veluwe brengen per zeug nu vier keer meer biggen voort dan ‘natuurlijk’ is.
Als gevolg van ‘faunabeheer met het jachtgeweer’ kennen de wilde zwijnen nu een dynamiek van 2.000 zwijnen na de winter tot 5.500 dieren in de zomer (aanwas 175%) met een gemiddelde van 3.800 wilde zwijnen. Wanneer zou worden gekozen voor ‘stuur door de natuur’ zouden er na de winter naar verwachting 3.250 zwijnen over zijn en dat aantal zal vervolgens in de zomer toenemen tot 4.350 dieren (aanwas 35%). Ook in dat geval komt het gemiddelde neer op 3.800 wilde zwijnen.
Chronische stress
Juist de absurde dynamiekverstoring veroorzaakt de meeste schade en wildaanrijdingen. ’s Nachts de bossen uitkammen leidt tot “wild dat zich aan het afschot onttrekt”, zoals jagers dat noemen. Ze vluchten naar akkers, dorpen en wegen. De angst en chronische stress onder in het wild levende dieren op de Veluwe, zoals de commissie Gabor die typeerde, blijkt niet aanwezig in een gebied als de Oostvaardersplassen. Jacht zorgt ervoor dat de zichtbaarheid van in het wild levende dieren veel kleiner wordt (en daarmee ook de toeristische aantrekkingskracht van de Veluwe) omdat de dieren een onnatuurlijke schuwheid ontwikkelen. Die ontwikkeling zal op termijn meer kosten dan de jacht in het laatje brengt, nog los van de ethische overwegingen die zich verzetten tegen het massale afschot.
Oplossing
In de zwaar bejaagde Duitse populaties ligt de gemiddelde aanwas inmiddels op acht biggen per zeug en hoger. In het nog onbarmhartiger Oost-Europa, waar ook Nederlandse jachttoeristen zich massaal te buiten gaan aan zwijnenafschot, komen zelfs gemiddelden voor van boven de tien biggen per zeug. Aan dergelijke noodsignalen van de natuur moeten we in Nederland niet willen wennen! Zelfregulering, uitrastering van dorpen en landbouwpercelen, verlaging van de maximumsnelheid, nachtelijke afsluiting van secundaire wegen op de Veluwe en het weren van triggerhappy hobbyjagers zijn dé instrumenten die de Veluwe een veel natuurlijker karakter kunnen geven. En de nu bestaande overlast kunnen verminderen.