Jagers claimen afname ganzen
Onterechte borstklopperij
n het artikel ‘Landelijke telling 2014 zomerganzen – groei populatie overzomerende ganzen vlakt af’ van 13 november 2014 claimt de vereniging van jagers trots dat de sterke groei van het aantal ganzen in Nederland zou zijn afgenomen. Dat zou best kunnen. Al jaren probeert De Faunabescherming duidelijk te maken dat door volstrekt natuurlijk oorzaken, zoals infecties en stress, de groei zal stoppen. En dat vervolgens zelfs een flinke afname van de aantallen ganzen zal volgen. Tegelijkertijd voorspelden wij ook dat die afname ongetwijfeld geclaimd zal worden door de ganzenbestrijders, wat nu dus inderdaad is gebeurd. Echter: bestrijding is en zal nooit in staat zijn de aantallen drastisch en blijvend te verlagen.
Geen effect
Het gedurende vele jaren schieten van enorme aantallen ganzen heeft de groei nooit kunnen afremmen. Van het behandelen van de eieren staat al heel lang wetenschappelijk vast, dat het geen enkele invloed heeft op de aantallen ganzen. En ook van het jaarlijks vergassen van duizenden ganzen verminderen de aantallen niet. Al deze maatregelen zorgen er alleen maar voor, dat de overlevenden een veel betere kans hebben het volgende voorjaar te halen. De kostbare bestrijdingsacties zijn ook nog buitengewoon inefficiënt, omdat vooral jonge vogels het slachtoffer worden, terwijl die ook onder natuurlijke omstandigheden in overgrote meerderheid het volgende voorjaar toch niet halen.
Foutieve tellingen
Bij de tellingen van de jagers kunnen overigens grote vraagtekens worden gesteld. Niet zo lang geleden bleek uit onderzoek door Sovon, dat tellingen van ganzen door jagers altijd veel hoger uitvallen dan tellingen door de aanzienlijk deskundiger en beter uitgeruste vrijwilligers van Sovon. Zelden zijn jagers uitgerust met een goede kijker. In het veld een jager met een telescoop zien, is vrijwel uitgesloten. Dat het herkennen, vooral van jonge ganzen, voor jagers te moeilijk is, blijkt ook uit het hoge percentage volledig beschermde ganzen, dat met hagel in het lijf rondvliegt. Aan de tellingen door jagers, die bovendien een groot belang hebben bij de resultaten van de tellingen, kan dus nauwelijks enige waarde worden gehecht.