Jager klaagt over eigen schietplan voor herten
In de uitzending van Brandpunt op 2 mei jl. kwam een jager aan het woord die erover klaagde dat jagers elk edelhert moeten schieten dat voor de loop komt en dat jagers gedwongen worden om daarbij stropersmethoden te gebruiken (zoals ‘s nachts schieten met lichtbak). Jagers zouden dit helemaal niet willen. Zij zouden hiertoe gedwongen worden door de provincie Gelderland.
Zo ligt de zaak natuurlijk helemaal niet.
In de provincie is een Faunabeheereenheid (FBE) opgericht en deze FBE schrijft een Faunabeheerplan, waarin wordt aangegeven hoeveel edelherten er volgens de FBE geschoten zouden moeten worden. Zodra dit Faunabeheerplan door Gedeputeerde Staten van de provincie wordt goedgekeurd, kunnen de jagers dit plan gaan uitvoeren. In deze FBE zijn de jagers oververtegenwoordigd. Zij zijn dus zelf nauw betrokken bij het opstellen van dit plan. Uiteraard verwijten wij Gedeputeerde Staten van Gelderland dat zij dit plan hebben goedgekeurd, maar het zijn uiteindelijk de jagers zelf die via dit plan vragen om grote hoeveelheden edelherten te mogen schieten.
Aantallen
In deze uitzending wordt ook nog gesteld dat er met name op de noordelijke Veluwe veel te veel edelherten zouden rondlopen en dat dat het gevolg zou zijn van jachtvrije gebieden (bv. het Deelerwoud). Op die manier proberen de jagers organisaties, die een ander beheer van grote hoefdieren nastreven zoals Natuurmonumenten, de schuld te geven. Dat is onterecht. Het geeft wel precies weer hoe jagers naar de natuur en met name de grote hoefdieren kijken. Ze beschouwen het als een soort extensief gehouden vee, waarbij zij zelf bepalen hoeveel dieren aanwezig mogen zijn. Elk jaar tellen zij, terwijl het vrijwel onmogelijk is om de werkelijke aantallen te bepalen. Vervolgens bepalen zij ‘doelstanden’ die volkomen arbitrair zijn. Ten slotte rekenen ze aan de hand daarvan uit hoeveel er volgens hen moeten worden geschoten. Zo gaat het al vele jaren tot tevredenheid van de jagers zelf. Doordat er meer dan voldoende ruimte en voedsel voor deze dieren aanwezig is, is een grote aanwas gegarandeerd en is er dus elk jaar genoeg te schieten. Het schieten van deze dieren is hun hobby en dit doen zij voor hun plezier, al probeert de jager in deze uitzending het anders voor te stellen. Zij blijken overigens ook weinig moeite te hebben met stropersmethoden, aangezien ze in het hele land ontheffingen aanvragen om op die manier vossen te kunnen schieten.
Beleid moet anders
Deze gang van zaken is natuurlijk volkomen verkeerd. Het gaat om beschermde dieren die in principe met rust moeten worden gelaten. Het is onzinnig dat op dit moment door mensen (jagers) wordt bepaald hoeveel exemplaren van deze dieren aanwezig zouden mogen zijn. Als er zich problemen voordoen, bijvoorbeeld doordat er sprake is van aanrijdingen of er belangrijke schade aan landbouwgewassen wordt aangericht, kunnen passende maatregelen worden getroffen. Het gaat dan om het verlagen van de verkeerssnelheid of het plaatsen van rasters rondom schadegevoelige percelen. Dat heeft helemaal niets met hun aantallen te maken.
Als reactie op de uitzending geeft de verantwoordelijke Gedeputeerde, Jan Jacob van Dijk, aan dat de jagers met elkaar in gesprek moeten gaan. Wij zouden de provincie juist willen oproepen zelf in gesprek te gaan met alle betrokken partijen. Deze combinatie van extensieve veehouderij en grootschalig afschot is niet meer van deze tijd. Als nu zelfs jagers zeggen dat het anders moet, kan dat een goede aanleiding zijn om het hele beleid te veranderen en in te gaan zetten op een beleid waarbij het belang van de natuur en de dieren centraal komt te staan in plaats van het jagersbelang.