Jagen? Natuurlijk niet!
Te veel ganzen, te veel vossen, te veel wilde zwijnen, te veel kraaien, te veel damherten, te veel konijnen, te veel… de kranten staan vol met dit soort berichten. Deze dieren worden ervan beschuldigd landbouwgewassen of tuinplanten te eten, loslopend pluimvee te doden, overlast te veroorzaken, onvoorzichtig wegen over te steken, gaten te graven.
Altijd wordt het doden van deze dieren, ‘beheren’ (want dat klinkt vriendelijker), als dé oplossing voor alle problemen aangedragen. En uiteraard zijn de jagers er dan als de kippen bij om hun diensten aan te bieden om dit ‘vuile’ maar noodzakelijke werk uit te voeren. Zo kunnen ze namelijk hun hobby blijven uitoefenen.
Er is echter geen enkel voorbeeld te vinden van een diersoort die door jagers succesvol wordt ‘beheerd’. Het gaat zonder uitzondering om dieren die zich snel kunnen voortplanten. Elk gedood dier, betekent ruimte voor een nieuw dier. Jagen lost nooit iets op.
Er zijn vele maatregelen te treffen die wel werken, zoals intelligente verjagingstechnieken, het plaatsen van deugdelijke hekken, het gebruik van afsluitbare hokken, aanpassen van het wegprofiel en verlaging van de maximumsnelheid. Simpel en effectief.
En jacht? Natuurlijk niet! Steun De Faunabescherming – www.faunabescherming.nl