Jagen is niet koninklijk!
In België is ophef ontstaan over een voorgenomen jachtpartij op konijnen door de Belgische koning. Hij wil de overlast van konijnen rond het kasteel van zijn moeder beperken. De jacht moet uitgerekend op Dierendag plaatsvinden. Geert Hoste heeft er een prima column over geschreven, die op diverse plaatsen is gepubliceerd:
Lees de column “Koning, jaag niet op dat wild!” van Geert Hoste
Een paar citaten:
- Ik zie het verschil niet tussen 90 dolfijnen in een baai drijven en ze vermoorden in een bloedbad en een jachtpartij op 90 reeën of everzwijnen.
- Met een bende rijke vrienden en kennissen op dieren knallen, dat noem ik geen wildbeheer. Dat noem ik amusement.
- Laat het wildbeheer over aan professionals en niet aan amateurs ook als zijn ze koning, keizer of president.
Allemaal opmerkingen die net zo goed gelden voor de Nederlandse koning en zijn jachtvrienden.
Ook met een fijn gevoel voor timing heeft de KNJV (Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging) haar naam veranderd in Koninklijke Jagersvereniging. Dat Koninklijk moet er natuurlijk in blijven, want jagers zijn deftige mensen, maar de naamswijziging weerspiegelt volgens ons ook dat de gemiddelde Nederlander niets van de plezierjacht moet hebben. Iedereen met een normale intelligentie begrijpt dat er iets niet klopt als jagers uitsluitend “nuttig” werk in de natuur willen doen als ze daarbij aantrekkelijk jachtwild kunnen omleggen. Andere werkzaamheden zoals rommel opruimen, terreinen open houden en poelen graven laten ze over aan professionals en echte vrijwilligers.
Deze Dierendag deelde de Partij voor de Dieren flyers uit tegen de jacht. Hierin staat o.a. te lezen dat de Nederlandse belastingbetalers bijna € 650.000 per jaar bijdragen aan de jachthobby van het Koninklijk Huis. Het maakt daarbij kennelijk niet uit dat een ruime meerderheid van de Nederlanders tegenstander is van de plezierjacht.
Natuurlijk klinken er ook andere geluiden. Hugo Camps, wiens schrijfsels gelukkig een paar maanden geleden van de voorpagina van “De Morgen” zijn verdwenen, krijgt in die krant afgelopen zaterdag de gelegenheid om een hoop onzin te spuien. Hij heeft kennelijk nog nooit een jachtpartij meegemaakt, maar neuzelt wel over de “noblesse” van de jager, die nooit drachtige dieren zal schieten en het “welgemikte schot” dat in een keer het leven van een wild dier beëindigt. De werkelijkheid is helaas anders. Zelfs uitgezette fazanten hebben volgens Camps een mooi leven gehad. Maar deze opmerking spant de kroon: “Een hert hoort te sterven voor het plezier van de jager (…).” Wij vermoeden dat herten (en natuurliefhebbers) daar anders over denken.
Want wie voor zijn plezier een hert of ander wild dier doodschiet is niet koninklijk en niet nobel. Die is gewoon niet goed bij zijn hoofd.