Jacht op zomerganzen in Overijssel verboden
Op 6 maart heeft de rechtbank in Zwolle gunstig beslist op onze bezwaren tegen de ontheffing van de provincie Overijssel, om de jacht op “zomerganzen” in en om Natura2000 gebieden mogelijk te maken. Dat zou nodig zijn om landbouwschade te bestrijden en te voorkomen. De ontheffing maakte het mogelijk om enkele malen per week de ganzen te verjagen, ondersteund door afschot.
StAB
Eind november 2022 hadden we een soortgelijke ontheffing voor de “winterganzen” ook al ondubbelzinnig gewonnen. In beide procedures speelde de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) een hele belangrijke rol. Een normale rechtbank heeft natuurlijk heel weinig specifieke kennis van een onderwerp als dit in huis. Die rechtbank kan dan de StAB verzoeken met behulp van ter zake deskundigen een advies uit te brengen, en de kans dat de rechtbank zal afwijken van het advies van de StAB, is buitengewoon gering. Leden van de StAB interviewen alle betrokkenen uitgebreid.
Ons pleidooi
Natuurlijk hebben we ook al onze bijna-standaardargumenten ingebracht, maar om duistere redenen lukt het maar niet om die echt zwaar indruk te laten maken op rechters. Zo stelt de schade die ganzen, met name in de winter, aan gewassen toebrengen helemaal niets voor. En dat blijkt nu ook uit wetenschappelijke onderzoeken. De te hoge getaxeerde schadebedragen worden vooral veroorzaakt doordat de “schade” wordt getaxeerd op het moment van ontstaan en niet, zoals zou moeten, op het moment van oogsten. Ook leggen onze tegenstanders veel nadruk op de sterke stijging van de schadebedragen. Die blijkt echter uitsluitend te zijn veroorzaakt door de sterke stijging van de prijs van de landbouwproducten.
Geen nuttig effect
En wij blijven benadrukken, dat er geen spoor van bewijs is dat zo’n ontheffing een nuttig effect heeft. Terwijl de wetgever dat nadrukkelijk eist. Kennelijk is het voor rechtbanken volstrekt logisch, dat het bestrijden van dieren helpt bij het voorkomen van schade. Maar dat is het absoluut niet, het schieten van jaarlijks 300.000 ganzen, plus het vergassen tienduizenden ganzen en het vernietigen van duizenden nesten leidt niet automatisch tot minder ganzen! Dat blijft aan leken erg lastig uit te leggen… Niet voor niets kwam enige jaren geleden de Noorse professor Olsen daarom de provincie Friesland adviseren, om minstens 1 miljoen ganzen per jaar te schieten, dan helpt het wel. Moet je wel tot in alle eeuwigheid volhouden natuurlijk. Dat zag de provincie gelukkig niet gebeuren.
Bescherming zeldzame soorten doorslaggevend
Terug naar onze argumenten die wél gehoor vonden bij StAB en rechtbank. Natura2000 gebieden zijn aangewezen voor bepaalde zeldzame en vaak zeer kwetsbare soorten, in de zomer zijn dat broedvogels. In het geval van Overijssel porseleinhoen, purperreiger, kraanvogel, roerdomp, grote karekiet, watersnip, kwartelkoning en meer. Die mogen onder geen enkele omstandigheid verstoord worden.
De provincie dacht die verstoring te voorkomen door een verstoringsafstand van zo’n 300 meter in te stellen. In de eerste plaats is dat puur theoretische onzin. De verstoringsafstand is per vogelsoort maar ook vooral per individuele vogel sterk verschillend. Bovendien kan die afstand helemaal niet worden vastgesteld. Niet door de actieve jager, omdat hij helemaal niet weet waar die roerdomp broedt en wat dan precies 300 meter is. Sterker nog, het is absoluut verboden om te trachten vast te stellen waar deze kwetsbare soorten broeden. De provincie wilde daarbij uitgaan van gegevens uit voorgaande jaren, maar juist bij dit soort vogels is niet bij benadering vast te stellen waar ze in een actueel jaar broeden.
In het kort: de rechtbank oordeelde dat de ontheffing volstrekt onvoldoende zekerheden biedt dat de kwetsbare soorten, waarvoor de Natura2000 gebieden zijn aangewezen, geen enkel risico lopen. De eisen die de rechtbank stelt aan een ontheffing die wél aan haar eisen zal voldoen, zijn in de praktijk onmogelijk te verwezenlijken. Gelukkig. Hopelijk is dat een les voor andere provincies, zoals natuurlijk weer Friesland, die iets soortgelijks aan het voorbereiden waren.