Jacht op houtduif hele jaar geopend
Op 15 oktober start officieel het jachtseizoen op fazanten, hazen en houtduiven. Daarmee wordt gesuggereerd dat deze dieren tot 15 oktober beschermd waren. Niets is echter minder waar. In de praktijk wordt er het hele jaar met name op houtduiven geschoten. Dat gebeurt onder het mom van ‘schadebestrijding’. Dankzij voormalig minister Veerman, onder druk van de jachtgezinde Tweede Kamer, is de wet inmiddels zo aangepast dat de bescherming voor bepaalde diersoorten min of meer is opgeheven. In de wet is namelijk bepaald dat jagers de soorten, die op de vrijstellingslijst zijn geplaatst, het gaat dan vooral om houtduif, konijn, vos, kauw en zwarte kraai, mogen bestrijden op alle gronden binnen het werkgebied van de Wildbeheereenheid (club van samenwerkende jagers) waar dit jaar of volgend jaar ergens schade door de betreffende soort is te verwachten. Een dergelijk werkgebied beslaat vaak vele honderden tot enkele duizenden hectaren. Dat betekent dat als één boer in een dergelijk werkgebied volgend jaar van plan is op een perceel graan in te zaaien er dit jaar al in de wijde omtrek, soms tot op enkele kilometers afstand, overal houtduiven mogen worden geschoten om de eventuele schade op dit perceel te voorkomen. Daarmee is een vrijbrief gegeven om de dieren die op de vrijstellingslijst staan altijd en overal te doden. En dat gebeurt ook. Wij kunnen daarom wel spreken van een dodenlijst.
Met grote regelmaat krijgen wij telefoontjes van verontruste burgers die melden dat er geschoten wordt, terwijl het jachtseizoen niet is geopend. Ondanks het feit dat zij het hebben over jagers die urenlang bezig zijn duiven te schieten op geoogste graanvelden en maïsakkers, krijgen zij zonder uitzondering van de politie te horen: “De jagers zijn bezig met schadebestrijding. Dat is in orde, hoor.”
Dit schieten van duiven, maar ook van konijnen, vossen en kraaien, met als argument dat daar later en elders schade door wordt voorkomen, is volslagen onzin. Het schieten van deze dieren betekent niet dat de aantallen worden verlaagd. Deze onnatuurlijke sterfte vervangt de natuurlijke sterfte. Elk geschoten exemplaar wordt vervangen door een nieuwe. Door het schieten kweken de jagers in feite de volgende generatie slachtoffers. De eventuele schade die door deze dieren zou kunnen worden aangericht, zal er dus zeker niet door afnemen. De boeren hebben er niets aan. De jagers wel. Zij kunnen op deze manier ongelimiteerd gedurende het gehele jaar hun hobby uitoefenen. En omdat het gaat om dieren die algemeen voorkomen en zich snel kunnen voortplanten, hoeven ze niet bang te zijn dat ze ‘op’ raken. Volgend jaar kunnen ze gewoon doorgaan.