Exoten en de dubbele moraal
Het Ganzen-8 akkoord staat op losse schroeven, maar is zeker niet van tafel. Nieuwe afspraken zullen voor de ganzen waarschijnlijk alleen maar ongunstiger uitpakken. Vooral de plannen met betrekking tot “exoten” zijn catastrofaal voor de vogels die als zodanig worden aangeduid. Daarbij is het merkwaardig, dat dezelfde dieren die ’s winters als inheems worden aangemerkt, ’s zomers opeens exoten worden genoemd en dus vogelvrij zijn (zie onderstaande tabel). Dat snapt een mens al niet, laat staan een gans.
De nijlgans is één van de vogels die zomer en winter als exoot wordt betiteld en dus overal en altijd zou mogen worden geschoten. Deze dieren richten nauwelijks schade aan en komen niet in grote groepen voor. Waarom moeten ze dan dood? Omdat ze “de ruimte van de inheemse soorten kunnen innemen”. Lezen we dat nou goed? Juist die inheemse soorten moeten toch bestreden worden?
De waarheid is dat exoten alleen door jagers als een probleem worden opgevoerd als ze leuk zijn om op te jagen. Gaan jagers het Wad op om Japanse oesters te verwijderen of gaan ze grote waternavel uit de plassen vissen? Natuurlijk niet! Met die exoten moeten we maar leren leven, als het aan onze schietgrage “natuurbeheerders” ligt. Dat is de dubbele moraal.
Laten we er dus met z’n allen voor zorgen dat dit onheilige pact definitief de nek wordt omgedraaid en dat ook de mooie en onschadelijke nijlgans de bescherming krijgt die hij verdient.