Europese Hof van Justititie: wolf blijft strikt beschermde soort
Arrest van het Hof in zaak C-601/22 aangespannen door het Wereldnatuurfonds en andere dierenbeschermingsorganisaties: wolven in Oostenrijk mogen niet worden afgeschoten, wolf blijft strikt beschermde soort.
Een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 11 juli 2024 bevestigt dat wolven strikte bescherming genieten en niet mogen worden gedood of verstoord louter omdat de dieren schade zouden veroorzaken aan vee.
Zo’n maatregel zou pas overwogen kunnen worden wanneer alle diervriendelijke preventiemaatregelen zijn geprobeerd en wanneer de wolvenpopulatie in een gunstige staat van instandhouding zou verkeren hetgeen in Oostenrijk zeker niet het geval is. Ook in Nederland is er voor de wolvenpopulatie geen gunstige staat van instandhouding, zodat het arrest ook grote betekenis heeft voor de Nederlandse situatie.
Tirol
Verschillende dierenbeschermings- en milieuorganisaties betwistten bij de regionale administratieve rechtbank van Tirol (Oostenrijk) het feit dat de provinciale regering van Tirol tijdelijk toestemming had gegeven voor het doden van een wolf. De wolf had eerder ongeveer twintig schapen op alpenweiden gedood.
Wolven worden volgens de Habitatrichtlijn 4 streng beschermd. Het is daarom in principe verboden om de dieren te bejagen of te verstoren. Gezien de ontwikkeling van de wolvenpopulatie in Oostenrijk en het feit dat bepaalde lidstaten uitzonderingen hanteren, sprak de regionale administratieve rechtbank van Tirol echter twijfels uit over de geldigheid van dat verbod. Daarom heeft de Oostenrijkse rechtbank het Europese Hof van Justitie vragen gesteld hierover.
Geen enkele factor
Het Europese Hof van Justitie stelt dat het onderzoek geen enkele factor aan het licht heeft gebracht die de geldigheid van de strikte bescherming van wolven in Oostenrijk zou kunnen aantasten.
Het Hof herinnert eraan dat Oostenrijk, toen het in 1995 tot de Europese Unie toetrad, geen enkel voorbehoud had gemaakt ten aanzien van deze bescherming. Het Hof van Justitie benadrukt dat de Europese Unie gebonden is aan het verdrag van Bern, dat wolven strikt beschermt. Bovendien heeft de Oostenrijkse regering zelf toegegeven dat de wolvenpopulatie in Oostenrijk zich niet in een gunstige staat van instandhouding bevindt.
“Derogatie” is vrijwel uitgesloten
De Oostenrijkse autoriteiten hadden alleen tot derogatie van het verbod kunnen komen op een aantal stringente voorwaarden:
1. De wolvenpopulatie moet zich in een gunstige staat van instandhouding bevinden, zowel op lokaal niveau (in de provincie Tirol) als op nationaal niveau (Oostenrijk), wat niet het geval is. Bovendien zou het, zelfs als dit het geval zou zijn, nog steeds passend zijn om, voor zover de beschikbare gegevens dit toelaten, ervoor te zorgen dat de gunstige staat van instandhouding van wolven ook op grensoverschrijdend niveau geldt.
2. De derogatie zou het behoud van de gunstige staat van instandhouding op geen van deze drie niveaus mogen schaden.
3. Ernstige schade aan de landbouw moet, in ieder geval grotendeels, te wijten zijn aan de beoogde soort en niet bestaan uit indirecte schade die niet aan een bepaalde wolf te wijten is.
4. Er is geen bevredigend alternatief. In dat opzicht moet ook rekening worden gehouden met de economische gevolgen van andere mogelijke alternatieven, zoals maatregelen ter bescherming van alpenweiden. Die kunnen echter niet doorslaggevend zijn. Bovendien moeten alternatieven in evenwicht worden gebracht met de algemene doelstelling van het behouden of herstellen van een gunstige staat van instandhouding van de wolvenpopulatie.
Gevolgen voor de Nederlandse situatie
De Faunabescherming is zeer verheugd over de uitspraak van het Europese Hof, omdat ook Nederlandse provincies op eigen initiatief ontheffingen afgeven voor het verstoren van wolven, ondanks het strikte wettelijke verbod op doden en verstoring.
Van een ontheffing van de provincie Gelderland om een wolf in Gelderland te verstoren met paintballgeweren, die door De Faunabescherming met succes werd bestreden bij de rechter, wordt met de uitspraak van het Europese Hof nog minder waarschijnlijk dat die ooit stand zou kunnen houden. Ook de aanvraag van de beheerder van landgoed den Treek in de provincie Utrecht om wolven en hun welpen af te mogen schieten maakt geen enkele kans. Uitspraken van gedeputeerden in Drenthe en Gelderland dat er “wolvenvrije zones zouden moeten komen in Nederland” of dat zelfs geheel Nederland “een wolvenvrije zone zou moeten worden”, zijn met de uitspraak van het Hof definitief naar het rijk der fabelen verwezen.