Het wilde zwijn en zijn beschermde status
Advertentie
Aangeboden: 8 jonge wilde zwijnen en hun ouders in de gemeente Dedemsvaart. Deze advertentie op Marktplaats was voor ons aanleiding om contact op te nemen met de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA)*. De inspecteurs waren niet echt verbaasd, maar zouden ter plaatse gaan kijken.
In de Flora- en faunawet hebben wilde zwijnen een beschermde status gekregen, maar wat ‘schiet’ het zwijn hier nu mee op? Aan de lopende band worden ontheffingen verleend om ‘overlast en gevaar voor het verkeer’ te beperken en de populatie dieren terug te brengen. Overigens, zonder dat dit tot beperking van de overlast leidt. Het werkt eerder averechts. Bovendien zijn er betere manieren om de verkeersveiligheid te bevorderen.
Houden voor productie
Op grond van het voorgaande zou je echter wel mogen veronderstellen dat de overheid het vergroten van de zwijnenpopulatie niet zal stimuleren. Niets is echter minder waar. In het kader van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn in het ‘Besluit aanwijzing voor productie te houden dieren’ onder andere wilde zwijnen, maar bijvoorbeeld ook edelherten en damherten aangewezen. Dit betekent dat deze dieren op grote schaal gefokt mogen worden bijvoorbeeld voor het vlees. Ze mogen echter ook levend worden verkocht, zoals blijkt uit de hiervoor aangehaalde advertentie op Marktplaats. En iedereen maar denken dat het wild zwijnenvlees rond de kerst afkomstig is van zwijnen die lekker op de Veluwe hebben rondgelopen, terwijl zij waarschijnlijk zo uit een fokkerij afkomstig zijn.
Uitgezet voor de jacht
Wij begrijpen er niets van. Aan de ene kant verleent de overheid dus ontheffingen voor het afschot van vele duizenden wilde zwijnen per jaar, omdat er sprake zou zijn van een groot ‘overschot’ aan wilde zwijnen die zorgen voor een ‘groot gevaar’. Maar aan de andere kant vindt diezelfde overheid het prima als er overal in het land wilde zwijnen worden gefokt die ook nog onder ‘liefhebbers’ worden verspreid. Het risico hiervan is dat deze dieren in handen vallen van jagers buiten de Veluwe, die ook wel eens ‘het genoegen willen hebben’ om een wild zwijn te kunnen schieten. Niets staat deze personen in de weg om de in gevangenschap gefokte zwijntjes in het eigen jachtveld los te laten, om ze vervolgens te kunnen schieten. Het is weliswaar verboden, maar wie controleert dat? Niet voor niets duiken er met enige regelmaat berichten op van loslopende wilde zwijnen die daar nooit op eigen kracht hadden kunnen komen.
Behoefte aan houdverbod
Dit is een van de vele voorbeelden waaruit blijkt dat er dringend behoefte is aan strenge regelgeving met betrekking tot het fokken van dieren, maar ook tot het houden van dieren. In het kader van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is een lange lijst opgesteld van dieren die mogen worden gehouden voor de productie van bijvoorbeeld vlees of vanwege hun vacht. Alle andere dieren mogen weliswaar niet voor de productie worden gehouden, maar wel bij wijze van hobby. De enige beperking daarbij is dat het moet gaan om dieren die in gevangenschap zijn gefokt. Dat betekent dat je het zo gek niet kan bedenken of die dieren worden door mensen gehouden. Dat betekent ook dat al deze dieren, die vaak helemaal niet in Nederland of zelfs niet in Europa voorkomen, op deze manier ook per ongeluk of expres in de vrije natuur terecht kunnen komen. Wilde zwijnen en fazanten worden vanwege het ‘jagersplezier’ losgelaten, maar voor andere exotische soorten geldt dat zij kunnen ontsnappen of worden losgelaten als de eigenaar er geen belangstelling meer voor heeft. Op deze manier zijn al heel wat ‘exoten’ in onze natuur terechtgekomen. En in plaats dat de overheid het houden van al deze diersoorten verbiedt, worden de inmiddels in het wild gevestigde dieren ter dood veroordeeld. Zie het voorbeeld van de nijlgans.
Meten met twee maten
Het is, terecht, streng verboden om gevonden wilde dieren, zoals vogels en egels, in huis te houden. Die moeten naar opvangcentra, waaraan tegenwoordig zulke hoge eisen worden gesteld dat er vele hebben moeten sluiten. Maar een wild zwijn mag, net als het beklagenswaardige kiloknallervarken, in een klein hokje worden gestopt en naar believen worden verhandeld. Met als enige reden dat ze eetbaar zijn en dat er geld aan kan worden verdiend. Het wordt de hoogste tijd dat de wetgever ophoudt te meten met twee maten als het gaat om verschillende in het wild levende diersoorten. Anders kan de nieuwe natuurwet, die op stapel staat, beter de naam “Wet jachtplezier en vleesproductie wilde dieren” gaan heten.
* De nVWA is in 2011 ontstaan uit een fusie van de Algemene Inspectiedienst (AID), de Plantenziektenkundige Dienst (PD) en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA).