Veel dieren in de noordelijke provincies het ‘haasje’
De drie noordelijke provincies hebben de afgelopen weken ontheffing verleend om diverse diersoorten te schieten, terwijl deze soorten in het verleden slechts incidenteel enige schade aan gewassen hebben veroorzaakt. Kennelijk beschouwen deze drie provincies het geweer als het ultieme middel om schade te voorkomen, terwijl de praktijk al lang heeft bewezen dat dat onzin is.
Friesland
De provincie Friesland heeft in 2008 ontheffing verleend voor het schieten van wilde eenden in de hele provincie, gedurende het gehele jaar op alle mogelijke gewassen. De Faunabescherming heeft hiertegen bezwaar en beroep aangetekend.
In 2009 heeft de rechtbank Leeuwarden ons beroep gegrond verklaard. De overweging daarbij was dat de enkele schadegevallen in het verleden er op zijn hoogst op wijzen dat er incidenteel schade door wilde eenden wordt aangericht, maar dat er geen sprake is van een reële dreiging van belangrijke schade in de hele provincie gedurende het hele jaar. Opmerkelijk was bovendien dat de omvang van de schade en het aantal schadegevallen niet toenam gedurende de jaren dat de eerder verleende ontheffing door diezelfde rechtbank was geschorst en dus niet kon worden gebruikt. De Raad van State heeft de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden onlangs bevestigd (zie het bericht ‘Wilde eenden in Friesland niet meer vogelvrij’ elders op deze site).
Friesland lijkt hier echter niets van te hebben geleerd, want eind april 2010 heeft deze provincie ontheffing verleend voor het schieten van meerkoeten en kokmeeuwen in de hele provincie gedurende het gehele jaar. Uit de schadegegevens blijkt echter dat deze twee diersoorten in het verleden nog minder schade hebben aangericht dan wilde eenden.
Drenthe en Groningen
De provincies Drenthe en Groningen hebben onlangs hetzelfde gedaan.
De provincie Drenthe heeft ontheffing verleend voor het schieten van knobbelzwanen, wilde eenden en spreeuwen, terwijl de bedragen die zijn uitgekeerd voor schade die door deze diersoorten in de afgelopen jaren is aangericht, varieert van 0 voor spreeuw en wilde eend tot 600 euro voor de knobbelzwaan. Ook voor deze soorten geldt overduidelijk dat niet is aangetoond dat er sprake is van een reële dreiging van belangrijke schade in de hele provincie.
De provincie Groningen heeft eveneens ontheffing verleend om diersoorten, die de afgelopen jaren slechts incidenteel schade hebben aangericht, in de hele provincie te doden. Het gaat om fazanten, hazen, meerkoeten, wilde eenden en roeken. En terwijl meerkoeten en wilde eenden in de praktijk alleen af en toe schade kunnen aanrichten aan granen vlak voor de oogst, mogen deze dieren ook worden geschoten op percelen met aardappelen en suikerbieten (meerkoeten) of op percelen met maïs en bloembollen (fazanten).
Alternatieven
Al deze ontheffingen zijn verleend op basis van het door de provinciale Faunabeheereenheid (lees: jagersclub) opgestelde Faunabeheerplan. Deze plannen zijn geldig tot eind 2014 of begin 2015. De ontheffingen zijn daarom ook voor deze lange periode verleend.
Deze Faunabeheerplannen kunnen beter moordplannen worden genoemd, omdat hierin voor alle ‘problemen’ het geweer als de ultieme oplossing wordt beschouwd. Door de provincies wordt weliswaar toegegeven dat er geen gegevens beschikbaar zijn over de effectiviteit van alternatieve maatregelen noch over de effectiviteit van het geweer, maar toch kiezen zij blind voor het geweer. Op deze manier worden grondgebruikers niet gestimuleerd om te investeren in effectieve werings- of verjagingsmiddelen en is de bescherming waar deze dieren recht op hebben, ver te zoeken.