De Zwijnensociëteit opgericht door Harry Voss
Op zondag 1 april werd in Apeldoorn door ex-raadslid voor de Partij voor de Dieren en bestuurslid van De Faunabescherming, maar vooral man van actie, Harry Voss De Zwijnensociëteit opgericht.
Deze sociëteit komt op voor het welzijn van het wilde zwijn, in woord, beeld én daad! Én spreekt zich expliciet uit tegen de jacht! Altijd én overal!
De Zwijnensociëteit is een initiatief van De Faunabescherming. Van Vogelvrij naar Kogelvrij!
Openingsspeech
Hieronder leest u de openingsspeech van Remco Stunnenberg:
Los van mijn beelden vroeg Harry mij of ik deze middag ook in woord een ode wilde brengen aan het wilde zwijn! Als vanzelfsprekend. Al gaat dat voor mij niet samen met het uitspreken van mijn afkeer van de jacht. Dus wees gewaarschuwd! Wie er verderop tijdens mijn verhaal boe roept, daar is de deur! (Knipoog)
Het wilde zwijn. Ze worden wel de nozems van het bos genoemd. Een term, die jammer genoeg nauwelijks nog wordt gebruikt. Jammer genoeg? Ja, nozem. Dat betekent zoiets als ‘vrijgevochten en zelfbewust.’ Misschien dat het wilde zwijn mij juist daarom zo aanspreekt! Vrijgevochten en zelfbewust… Schijt aan de gevestigde orde!
Het is bovenal een prachtig dier. Ze hebben wat mij betreft iets prehistorisch. Ze ogen woest maar tegelijkertijd zien ze er ook zo grappig en zacht uit… met hun aanbiddelijke koppen.
En, zeker wanneer ze nog jong zijn, hebben ze een hoog aaibaarheidsgehalte. In hun mooie, gestreepte pyjama’s. De eerste keer dat ik een wild zwijn in het wild zag moet ik een jaar of zes, zeven zijn geweest. Het was in de bossen bij Groesbeek, onder de rook van Nijmegen, samen met mijn vader. We waren bosbessen aan het plukken. Ik was meteen om. Wat een prachtige en intrigerende wezens.
Helaas gaat de mens weinig zachtzinnig om met dit mooie dier. Neem de jacht hier op de Veluwe, een walgelijk bloedbad. Misdrijven tegen de dierlijkheid die diep in de bossen worden begaan en niet, zoals bijvoorbeeld bij het stierenvechten, in het openbaar. Nee, het gebeurt in het geniep. Maar wie zich in jagerstijdschriften verdiept of de instructie-video’s die massaal op internet te vinden zijn bekijkt, weet al snel meer dan genoeg…
De jacht. Wat is dat nou precies? Sport, spel, werk, cultuur, liefhebberij, folklore, amusement, ambacht, sektarische onzin of seks? Hoe dan ook, het is walgelijk en de jager is wat mij betreft een zielige klootzak met een groen hoedje op zijn of haar hoofd. Want ja, ook steeds meer vrouwen wagen zich aan deze immorele bezigheid. Soms zou je willen dat feminisme niet bestond!
Jagers… Aartsbedriegers en leugenaars zijn het. En ze genieten er nog van ook. En de prooi is de klos! Dus kies ik hoe dan ook en altijd tegen de jager.
Gemiddeld schieten ze jaarlijks 3500 wilde zwijnen dood. Deze aantallen leiden er toe dat lokaal soms wel tachtig procent van de populatie wilde zwijnen word afgemaakt. In koele bloeden neer geknald. Dat het afschot zo hoog ligt komt niet alleen omdat het “gewenste” aantal dieren veel te laag wordt gesteld, maar ook omdat jagers de dieren structureel bijvoeren. Bovendien leidt het hoge afschot er toe dat de dieren zich meer gaan voortplanten, wat uiteindelijk weer leidt tot een hoger afschot door de jagers. En zo houden ze hun walgelijke praktijken in stand.
Ja, ik had het al gezegd, aartsbedriegers en leugenaars zijn het die jagers. Als we hen en hun walgelijke lobbyisten moeten geloven ‘valt er niet tegenop te schieten, tegen de explosieve groei van het aantal wilde zwijnen op de Veluwe.’ Diezelfde lobby wijst ook graag op de toename van het aantal aanrijdingen met wild. Maar eens en vooral worden ze gedreven door een niet aflatende drang om wilde dieren dood te schieten. Ze hebben geen boodschap aan de realiteit. Ze leggen liever geld neer voor het bevredigen van hun onsmakelijke lusten!
Een drang die niet past bij het feit dat wilde zwijnen juist ook heel veel goeds doen. Ze woelen de grond om en brengen zaden over waardoor planten kunnen kiemen. Daarnaast wordt het ecotoerisme op de Veluwe steeds populairder. Juist ook dankzij dat prachtige wilde zwijn.
Het is kortom de hoogste tijd om eens goed te kijken naar het beleid. Want hoe wordt er exact geteld? Is er daadwerkelijk sprake van overlast? Wat zijn de maatschappelijke belangen? En moeten we niet ook gewoon ons rijgedrag aanpassen om zo aanrijdingen met wild te voorkomen?
Bovendien, wanneer we goed luisteren naar ecologen horen we meer dan eens dat er wat betreft draagkracht van de omgeving absoluut niet teveel wilde zwijnen zijn. Het probleem zit hem in het maatschappelijke draagvlak!
En op dat laatste terrein verliest het prachtige wilde zwijn het helaas niet zelden van de draagkracht. Immorele lobbyisten die namens boeren en jagers acteren zijn nu eenmaal veel machtiger dan mensen met gezond verstand en compassie in hun donder.
Want, zo hoorde ik de jagers bij monde van Laurens Hoedemaker recent nog zeggen “De enige oplossing is afschieten.” En, voegt deze “meneer” daar steeds vaker aan toe: ‘Niet meer alleen in een hutje wachten tot er een zwijn langskomt, maar de zwijnen in beweging brengen, naar de jagers toe.’ Deze Hoedemaker pleit kortom voor een terugkeer van de barbaarse en bij wet verboden drukjacht. ‘Want’, zegt hij, ‘dat is veel effectiever.’
Ik hoor dit soort geluiden met woede, verdriet en ontsteltenis aan. Altijd maar weer grijpen naar het geweer. Het zaaien van dood, verderf, uitroeiing, angst, pijn en verdriet in plaats van te kijken naar fatsoenlijke én echte oplossingen.
En die zijn er. Zo schreef ik al eens een artikel over een dynamisch wildwaarschuwingssysteem, een systeem dat luistert naar de prachtige naam ProWild. Met dit systeem worden ongevallen met wilde dieren voorkomen. Een van de mannen achter dit systeem vertelde in dit verhaal ‘dat het onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is er alles aan te doen aanrijdingen met wild te voorkomen.’
De werking van ProWild is feitelijk heel simpel. Het wild wordt door middel van rasters naar één wildsluis geleid waar ze de weg kunnen oversteken. In deze wildsluis wordt het wild door middel van infrarood of laser gedetecteerd, waarna LED-matrixborden worden geactiveerd. Daardoor weten weggebruikers dat ze hun snelheid moeten verlagen naar vijftig kilometer per uur.
Dat dit systeem werkt, bewijzen de cijfers. In Diepenheim, een zogenaamde hotspot waar in het verleden zeer veel aanrijdingen met wild plaatsvonden, wordt ProWild inmiddels ruim zeven jaar gebruikt. In die periode kwamen nog slechts twee reeën om het leven. Dat gebeurde na een kabelbreuk als gevolg van wegwerkzaamheden. Hierdoor trad het systeem even buiten werking. Hoe wrang ook, het vormt hét bewijs dat dit systeem optimaal werkt.
De vraag dient zich dan ook aan waarom dit systeem niet bij elke hotspot in Nederland is geïnstalleerd. Het antwoord is simpel: Iedereen in Nederland houdt van de natuur, of zegt van de natuur te houden, maar hoeveel hebben “we” er daadwerkelijk voor over?
Met andere woorden: Als puntje bij paaltje komt grijpen beleidsbepalers, aangemoedigd door machtige door geld en korte termijn gedreven lobbyisten, niet zelden naar het geweer.
Ook omdat het wilde zwijn dat in 1826 als gevolg van overbejaging al eens uitstierf in Nederland, één grote pech heeft: Het zogenaamd beschaafde dier de mens is dol op het vlees van het wilde zwijn. Het zou sterker smaken dan gewoon varkensvlees en wordt niet zelden gemarineerd gegeten of verwerkt in stoofpotten. Restaurants verdienen daar goed aan.
Zie hier de tragiek van dit prachtige wilde dier!
Maar, gelukkig is er nu De Zwijnensociëteit! Samen Sterk!
(Remco Stunnenberg)
Links
Zie ook de berichtgeving in De Stentor en
kijk vooral ook op de website van De Zwijnensociëteit.