Vanmorgen kopte De Telegraaf: “Engerling sloopt heel voetbalveld”. Talloze voetbalvelden, tuintjes en golfbanen gaan op dit moment gebukt onder de terreur van de engerling, zo meldt de krant. Deze larve van de meikever eet met name in de periode tussen juli en september de ondergrondse delen van de grassprieten.
Natuurlijke vijanden van deze kleine beestjes zijn, naast de mol, een groot aantal vogelsoorten zoals mezen, kraaien en spreeuwen. Helaas ervaren de mensen deze vogels nu juist als hinderlijk. Zo was afgelopen maart de grote spreeuwenkolonie in de gemeente Utrecht in het nieuws, omdat er klachten bij de gemeente waren binnengekomen over geluid en poepoverlast. Met de kraaien is het vaak nog slechter gesteld, omdat er intensief jacht wordt gemaakt op deze ‘schadelijke’ vogels.
Maar zou het dan misschien toch zo kunnen zijn dat al deze dieren, naast de overlast die mensen ondervinden, ook een doel hebben in de natuur, zonder dat wij dat zien of weten? Om even terug te gaan in de geschiedenis: de Chinese leider Mao Zedong was in zijn ‘sprong voorwaarts’ de ‘grote mussen campagne’ gestart. Vier plagen moesten worden uitgeroeid: mussen, ratten, muggen en vliegen. De mussen aten de zaden en waren schadelijk voor de landbouw. Gevolg was dat de mus bijna werd uitgeroeid, maar dat hierdoor de sprinkhaan geen vijand meer had. Gevolg was een sprinkhanenplaag en een ernstige hongersnood tussen 1959 en 1961, waarbij 45 miljoen Chinezen stierven.
Nu zijn het nog de golfbanen, tuintjes en voetbalvelden, maar als we onze verdelgingsdrift niet beteugelen, komt wellicht ook onze voedselvoorziening in gevaar.