Damhert heeft verloren
De Faunabescherming had de rechter in Haarlem gevraagd om het afschot van damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen voorlopig niet toe te staan. Vandaag besliste de rechter dat de jagers hun gang kunnen gaan. Dat betekent dat deze damherten, die al vele tientallen jaren in rust in dit unieke natuurgebied leven, vanaf nu voor het eerst met afschot zullen worden geconfronteerd.
Gevaar voor verkeer en landbouwschade
Jarenlang heeft de provincie Noord-Holland er bij de gemeente Amsterdam op aangedrongen dat de damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen zouden worden bejaagd. Volgens de provincie veroorzaakten zij gevaar op de wegen en landbouwschade rondom dit gebied. De Faunabescherming heeft steeds aangegeven dat problemen buiten dit natuurgebied ook buiten dit gebied moeten worden opgelost. Landbouwschade kan worden voorkomen door de percelen goed af te rasteren en aanrijdingen kunnen worden voorkomen door de verkeerssnelheid te verlagen en door op knelpunten aanvullende maatregelen te treffen. Amsterdam was het met ons eens en wees het afschot van de dieren steeds af. Inmiddels is er rondom de Waterleidingduinen een raster geplaatst, waardoor de damherten de landbouwpercelen niet meer kunnen bereiken en de gevaarlijke wegen niet meer kunnen oversteken, waardoor deze problemen zijn opgelost.
Schade aan flora en fauna
Vervolgens heeft de provincie een nieuw argument gevonden. Nu zouden de dieren schade aan de flora en fauna veroorzaken. Ter onderbouwing daarvan verwijst de provincie naar een aantal rapporten, waarin zou worden aangetoond dat bepaalde planten en insecten en met name vlinders in aantal achteruit zouden gaan door de aanwezigheid van de damherten. Op basis van deze rapporten heeft de provincie de gemeente Amsterdam overtuigd en een ontheffing verleend om driekwart van alle damherten in dit gebied af te schieten. De Faunabescherming is tegen dit besluit in beroep gegaan. En omdat er ook direct mocht worden geschoten, hebben wij een schorsing bij de rechtbank aangevraagd.
Ons argument was natuurlijk allereerst dat het gaat om een onomkeerbare handeling. Dood is dood. Daarnaast hebben wij de door de provincie aangehaalde rapporten door enkele deskundige wetenschappers laten beoordelen. Hun conclusie was heel duidelijk. Op grond van deze rapporten kan absoluut niet de conclusie worden getrokken dat damherten schadelijk zijn voor de natuur in dit gebied. Sterker nog, de damherten moeten worden gezien als een essentieel onderdeel van het leefgebied.
Uitspraak
Vandaag wees de rechter ons verzoek af. Hij gaf aan dat het geen probleem is dat er nu al een groot aantal dieren zal sneuvelen ‘aangezien de gunstige staat van instandhouding’ niet in gevaar is! Dit argument gaat volledig voorbij aan het belang van de dieren zelf. Hij gaf tevens aan dat de beoordeling van alle ingebrachte rapporten pas in de bodemprocedure aan de orde kan komen. Toch gaat hij in de deze uitspraak blindelings mee in het standpunt van de provincie dat de door ons ingebrachte tegenrapporten geen aanleiding zijn om te concluderen dat de ontheffing niet in stand kan blijven. Ten slotte wees hij op het feit dat er jaarlijks ongeveer 50 aanrijdingen met damherten plaatsvinden. Hij negeert daarmee volledig het feit dat deze dieren niet uit de Waterleidingduinen afkomstig kunnen zijn, zodat dit nooit een argument kan zijn voor afschot binnen dit gebied.
Het zal duidelijk zijn dat wij deze uitspraak heel erg betreuren. Wij gaan er nog wel van uit dat wij de rechter tijdens de bodemprocedure op basis van de informatie van deskundige wetenschappers er van zullen kunnen overtuigen dat het afschot niet noodzakelijk is, zoals de provincie betoogt, maar juist uitermate schadelijk is voor de natuurwaarden in dit gebied. Voor een deel van de damherten zal dat helaas te laat komen.