Brief PvdA kamerlid Leenders (16-07-2015)
Ik ben de woordvoerder Natuur van de PvdA fractie, heb de Wet natuurbescherming behandeld, en daarom beantwoord ik uw laatste mail, die u, namens De Faunabescherming, stuurt naar aanleiding van de uitleg van onze afdeling voorlichting.
Het gewijzigde wetsvoorstel versterkt een maatschappelijk verantwoorde en transparante uitoefening van de jacht. Dat is belangrijk, omdat de jacht in de Nederlandse samenleving een gevoelig thema is, met niet alleen principiële tegenstanders maar ook fervente voorstanders. Met de voorgestelde regeling van de jacht, die het resultaat is van een intensief debat in de Tweede Kamer, wordt op democratische wijze een balans in de wetgeving gevonden die recht doet aan de verschillende standpunten.
Het wetsvoorstel voorziet, anders dan u stelt in uw mail, wel degelijk in een verplichting voor jachthouders om te handelen overeenkomstig het faunabeheerplan (voorgesteld artikel 3.12, eerste lid, tweede volzin). Dit is een verplichting die zo nodig bestuursrechtelijk kan worden gehandhaafd. Mocht de situatie zich voordoen dat een jachthouder niet handelt overeenkomstig het faunabeheerplan of wanneer die dreiging bestaat, dan kunnen provincies in het kader van bestuurlijke handhaving de jachthouder hierop aanspreken door oplegging van een last onder dwangsom.
Omdat de uitoefening van de jacht in het wetsvoorstel een verplicht onderdeel wordt van het faunabeheerplan, is een samenhangende aanpak verzekerd van populatiebeheer door faunabeheereenheden, de uitoefening van de jacht op jachtvelden alsook de schadebestrijding door grondgebruikers in de regio. Bij het opstellen van het faunabeheerplan worden de inspanningen in de regio op elkaar afgestemd, onder regie van een bestuur waarin niet alleen jachthouders maar ook maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd. Dat versterkt een transparante aanpak. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de verplicht door jagers te overleggen afschotgegevens (voorgesteld artikel 3.13, eerste lid) en vrijwillig door eenieder te verstrekken schattingen, trends en, waar redelijkerwijs mogelijk, tellingen. De faunabeheerplannen en de daaraan ten grondslag liggende gegevens moeten bovendien openbaar worden gemaakt (voorgesteld artikel 3.12, zevende lid).
Voor de jachthouder geldt dat deze met inachtneming van het onderdeel van het faunabeheerplan dat betrekking heeft op de jacht (voorgesteld artikel 3.12, eerste lid, tweede volzin), moet bepalen wat in zijn jachtveld nodig is om een redelijke wildstand te handhaven (voorgesteld artikel 3.18, derde lid). Dat maakt dat de jacht in dienst staat van de natuur. Hij is daarvoor wettelijk verplicht zorg te dragen en kan daarop worden aangesproken: niet alleen strafrechtelijk of bestuursrechtelijk maar ook civielrechtelijk.
Het is spijtig dat u zich zoveel moeite heeft getroost om mensen te doen geloven dat deze wet een achteruitgang is voor dieren. Het tegenovergestelde is waar. De nieuwe Wet natuurbescherming is in verschillende opzichten een aanscherping van de regels inzake de jacht. Het is vooral spijtig omdat de PvdA op vele fronten, samen met de staatssecretaris, werkt aan verbetering van het dierenwelzijn, een van onze gezamenlijke doelen.
Met Vriendelijke groet,
Henk Leenders
Lid Tweede Kamer voor de PvdA
Woordvoerder Natuur, Luchtvaart en Scheepvaart