Ook afschot damherten niet vanzelfsprekend
Rond de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) heeft de afgelopen periode een heftige discussie plaatsgevonden over de vraag of de damherten in dit gebied bejaagd moeten gaan worden of niet. Dit duingebied is van de gemeente Amsterdam en de gemeenteraad heeft dat tot nu toe steeds tegengehouden. Deze discussie is echter nog niet afgelopen en wij verwachten dat de druk vanuit de provincie in het najaar weer zal worden opgevoerd.
Buiten dit duingebied wordt door de provincie al jaren ontheffing verleend om damherten te schieten met als argument dat deze dieren een gevaar zouden vormen voor de verkeersveiligheid. Daarbij wordt erop gewezen dat er regelmatig damherten op of nabij wegen worden gesignaleerd. Daarmee vormen deze dieren natuurlijk nog geen gevaar. Daarnaast wordt er af en toe een damhert aangereden, maar dat heeft meer te maken met het gedrag van de betreffende verkeersdeelnemer dan met het gedrag van het damhert. Juist omdat damherten meestal een afwachtende houding aannemen en niet plotseling de weg opspringen, kan een automobilist, mits deze niet te hard rijdt, een damhert makkelijk ontwijken.
Provincie Noord-Holland
De Faunabescherming heeft bij de rechtbank in Haarlem beroep aangetekend tegen het schieten van damherten buiten de AWD. Daarin hebben wij aangegeven dat het schieten op damherten de verkeersveiligheid niet zal verhogen. Het voorkomt in ieder geval niet dat er alsnog af en toe damherten op of nabij wegen zullen worden aangetroffen. Er bestaan bovendien alternatieve maatregelen om de kleine kans op een aanrijding te beperken. Deze alternatieven hebben hun effectiviteit in de praktijk al bewezen. Wij denken daarbij aan het verlagen van de maximumsnelheid en daar ook op handhaven, het overzichtelijker maken van de wegbermen en het geven van goede voorlichting aan de weggebruikers over het gedrag van deze dieren.
Uitspraak rechter
Op 13 juli jl. deed de rechtbank Haarlem uitspraak en stelde De Faunabescherming in het gelijk net zoals deze rechtbank dat eerder deed inzake het afschot van reeën. De rechter stelde dat niet duidelijk is waar zich in het verleden aanrijdingen hebben voorgedaan en welke alternatieve maatregelen zijn getroffen om aanrijdingen te voorkomen. Bovendien is niet aangetoond dat deze alternatieve maatregelen niet effectief zouden zijn. Uit de praktijk in het gebied Zuid-Kennemerland blijkt dat het plaatsen van rasters een positieve invloed heeft gehad op het terugbrengen van het aantal aanrijdingen, aldus de rechter. Ten slotte heeft de provincie het veronderstelde causale verband tussen het aantal aanrijdingen en de populatieomvang onvoldoende onderbouwd. Kortom, de provincie heeft de toestemming veel te makkelijk en niet gebaseerd op goede gegevens verleend.
De provincie moet nu een nieuw besluit nemen op het bezwaarschrift van De Faunabescherming. Als in dit besluit onvoldoende rekening wordt gehouden met deze uitspraak en onze bezwaren, zullen wij niet aarzelen om de zaak opnieuw aan de rechter voor te leggen.