De stichting De Faunabescherming spant geregeld rechtszaken aan. Deze hebben voor het merendeel betrekking op ontheffingen die volgens ons ten onrechte zijn verleend om dieren te mogen doden die volgens de wet zijn beschermd. Sinds 2002 ging het om de Flora- en faunawet. Met ingang van 1 januari 2017 is dat de Wet natuurbescherming.
De Faunabescherming wijst er nadrukkelijk op dat onze stichting met het aanspannen van de rechtszaken niet probeert chaos te scheppen en bijvoorbeeld schadebestrijding in de landbouw onmogelijk te maken.
Wat wij wel voor ogen hebben is dat de wetgeving, hiervoor de Flora- en faunawet en nu de Wet natuurbescherming, naar letter en geest correct wordt nageleefd. Het feit dat in het verleden een groot aantal van deze rechtszaken door ons is gewonnen, wijst erop dat de provincies (die deze ontheffingen verlenen) onvoldoende waren toegerust om de hen toegewezen taak van de uitvoering van de wet naar behoren te vervullen en zich daardoor teveel door de wensen van jagers en FBE’s hebben laten leiden.
Hieronder recente berichten over juridische zaken:
Op 3 maart 2009 is er door de Faunabeheereenheid Zeeland opnieuw een ontheffing gevraagd aan de provincie Zeeland om grauwe ganzen en Canadese ganzen te schieten en om ze te vangen in vangkooien en met slagnetten om ze vervolgens op een ‘diervriendelijke’ manier te doden (vergassen?). Deze ontheffing is zonder problemen door de provincie verleend.