Aangifte tegen zwijntjesdoder
De Faunabescherming is verbijsterd dat jachtopziener Nijssen, de man die in Weert drie vastgebonden, halfverdronken zwijntjes afschoot geen straf krijgt. De man legde zijn functie als (Buitengewoon Opsporings Ambtenaar) BOA neer, maar mag vooralsnog zijn wapen en wapenvergunning houden en mag dus blijven jagen. De Faunabescherming vind dit onbegrijpelijk en heeft daarom alsnog aangifte gedaan.
Helaas moesten wij van het ANP (september 2024) de bij dit artikel geplaatste foto verwijderen, maar deze foto staat nog wel op de site van het Parool, onderaan het artikel.
Met het afschieten van de dieren overtrad Nijssen de Flora- en faunawet. Hij baseerde zijn acties op een door de provincie Limburg verstrekte ontheffing om wilde zwijnen buiten de door GS aangewezen leefgebieden te doden, de zogenoemde nulstandgebieden. Maar deze ontheffing geldt uitsluitend ‘ter voorkoming van belangrijke schade aan landbouwgewassen en in het belang van de openbare veiligheid’.
Daarbij is afschot alleen toegelaten als er geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Die oplossing was er wel. De dieren hadden gemakkelijk naar het iets verderop gelegen leefgebied gekund, het gebied waar zij waarschijnlijk ook vandaan kwamen.
De ontheffing schrijft voor aan welke eisen het geweer moet voldoen waarmee zwijnen gedood mogen worden. Nijssen schoot de dieren af met een te klein kaliber geweer.
Het excuus van de jager dat hij optrad als BOA en dat zijn acties daarom legitiem waren, raakt kant noch wal. Er was geen sprake van een calamiteit, zoals acuut gevaar voor de volksgezondheid of openbare veiligheid.
Straf
Omdat Nijssen misbruik heeft gemaakt van een vuurwapen, wil De Faunabescherming dat hij alsnog wordt gestraft voor het overtreden van de Flora- en faunawet: ‘Wij verzoeken u ook te bepalen dat hij zowel zijn jachtakte, als zijn vergunning als BOA en zijn wapenvergunning inclusief wapen(s) moet inleveren.’