De heerschappij van jagers
Zo af en toe komt er een bericht in de media, waaruit blijkt uit welk hout jagers veelal gesneden zijn. Bekende voorbeelden hiervan zijn de fysieke en verbale aanvallen die zwanenbeschermster Saskia van Rooy meer dan eens moest doorstaan. Het bedreigen en intimideren van getuigen door jagers is echter veel vaker aan de orde. Ook dit weekend was het weer raak. Voorbijgangers waren getuige van walgelijke dierenmishandeling door jagers in Assendelft. Zij konden, samen met het personeel van de dierenambulance, rekenen op een zeer onvriendelijke ontvangst.
Jagers houden er niet van om gecontroleerd te worden. Omdat dit zelden tot nooit gebeurt door de autoriteiten, wanen zij zich in veel gevallen onschendbaar. Door getuigen te intimideren en te bedreigen, en de invloed die jagers al hebben op het opstellen en uitvoeren van het faunabeleid, heeft een klein groepje Nederlanders zo ongeveer de heerschappij over het doden van wilde dieren. De activiteiten van jagers vinden voornamelijk plaats in afgelegen gebieden, buiten de bebouwde kom, en getuigen durven vanwege bedreigingen en intimidatie misstanden vaak niet te melden. Bovendien is het veelal zinloos, omdat autoriteiten zonder ‘heterdaad’ machteloos staan. Toch ontvangen wij regelmatig berichten van ongeruste en gefrustreerde dierenvrienden die hun verhaal bij ons kwijt willen, waaronder bijvoorbeeld onderstaande schrijnende gevallen.”
Haas
“In de laatste weken van 2016 werd ik weer eens een aantal keren geconfronteerd met mensen die zichzelf jagers noemen en die met een aantal personen (ongeveer acht) onschuldige, weerloze en kansloze dieren aan het opdrijven waren, om deze vervolgens meedogenloos af te knallen. Zo gauw de dieren tevoorschijn komen, en gaan rennen voor hun leven, worden ze neergeknald. Zo ook een haas, waarvan ik u in dit specifieke geval verslag wil doen. Nadat het dier een aantal keer was geraakt en toch weer doorrende, zakte het uiteindelijk in elkaar. Niemand die het ging controleren. Het is dus zeer waarschijnlijk dat het dier nog leefde en nog een schrijnende tijd naar de dood, vol pijn en angst, heeft moeten doormaken.
Twee van deze mensen heb ik aangesproken op hun activiteiten. Dit werd beantwoord met het mij negeren en met “ik schiet op dieren, niet op mensen.” Enige tijd later bleek dat ik door weer een ander iemand uit deze groep, in een auto, werd achtervolgd. Ik was op dat moment aan het wandelen met mijn hond. Wat deze persoon tegen mij uitkraamde is met geen pen te beschrijven; het was een grote waterval van intimidatie, lastig vallen, bedreigingen en vernederingen.
Ondanks dat ik me realiseer dat u niets kunt uitrichten met dit verslag (geen namen, geen kentekennummers van auto’s, geen foto’s), wil ik u toch graag laten weten dat dit heeft plaatsgevonden. Een volgende keer zal ik zeker, ondanks het zeer intimiderende en bedreigende gedrag van deze mensen, proberen te filmen of foto’s te maken.”
Verhuisd
“Ruim 20 jaar hebben wij aan een jachtveld gewoond en dit hebben wij altijd als zeer naar ervaren. Jagers snappen gewoon niet hoe vervelend het is voor mensen die dit moeten aanschouwen, ze lijken hier totaal blind en doof voor. Als je er iets van zei, dan schuwden ze niet om vervelend te doen, vaak gepaard met bedreigingen. Zo liepen zij tijdens het jagen dicht langs ons huis en dit gaf echt een vreselijk gevoel. Klagen helpt niets, ze hebben ontzettend veel macht, dat is wel duidelijk. Er is ook weinig tot zeer weinig controle. Als je het niet met ze eens bent, gaan ze over tot andere praktijken. We hebben zelf dieren en weten dat jagers er niet voor terugdeinzen om katten te schieten als ze in ‘hun’ veld lopen.
Elk jaar weer zo rond half oktober kreeg ik buikpijn en werd ik misselijk, wetende dat het knalseizoen weer van start ging. Dit ging meestal door tot vlak voor de kerst, maar ook zag je ze in januari nog regelmatig. We waren blij dat we geen groot wild in de buurt hadden zitten (eigenlijk is het vreselijk triest dat we er om deze reden blij om waren), want anders zijn ze jaarrond bezig. Een tijdje scharrelde er een fazantenhaantje wat rond op onze grond. Ik vreesde het ergste, en inderdaad is hij slachtoffer geworden van de jacht. Daarna nooit meer een fazant gezien, helaas.
Op een gegeven moment konden we er niet meer tegen en zijn we verhuisd. Het heeft ons vijf jaar gekost om iets te vinden waar niet in de directe nabijheid jacht plaatsvindt. Want echt, ik wil nooit maar dan ook nooit meer zo dicht bij zoiets wonen. Het lijkt soms wel een schiettent in het buitengebied en jagers lijken ook nog eens de dienst uit te maken. Dat tast het woongenot enorm aan, en dat terwijl ik ben geboren en getogen op het platteland. De politiek is er ook blind en doof voor, of laat de oren hangen naar de jagerslobby. Het is vreselijk dat je je mooie plekje op moet geven voor zoiets. Als de jacht er niet was geweest, dan hadden we er gewoon nog gewoond.”
De Faunabescherming verzoekt iedereen om jachtmisstanden te blijven melden, zodat dit soort berichten openbaar kunnen worden gemaakt.