Hetze tegen vos
Dat jagers een hekel hebben aan vossen is bekend. Zij zien vossen als concurrent, omdat deze dieren onder andere konijnen, hazen en fazanten eten die jagers liever willen schieten. De jagers noemen vervolgens allerlei onjuiste argumenten om hun hobby te rechtvaardigen en om ontheffingen te krijgen om deze dieren met allerlei verboden middelen, zoals ’s nachts met kunstlicht, te kunnen doden. Zo beweren jagers voortdurend dat er veel te veel vossen zijn, omdat ze geen natuurlijke vijanden zouden hebben, dat ze schade veroorzaken doordat ze kippen stelen en dat ze de weidevogelstand zouden bedreigen.
Natuurorganisaties
Het is heel jammer dat verschillende organisaties waar je het niet van zou verwachten, deze hetze tegen vossen ondersteunen. Zo zagen wij recent op de site van de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) de aankondiging van een lezing in Delft door een WBE samen met het IVN over jacht op ganzen en vossen. Op deze site kan deze jagersclub ongehinderd reclame voor zichzelf maken en het publiek misleiden met de foute stelling dat het schieten van vossen goed zou zijn voor weidevogels. In een moeite door leggen de jagers dan ook nog wel even uit dat ganzen zeer schadelijk zijn voor de natuur en dat ook dat probleem door de jacht kan worden opgelost.
Een zelfde soort bericht over vossen kwam van de beheerder van Natuurmonumenten in De Wieden. In dit gebied worden allerlei maatregelen getroffen om de omstandigheden voor weidevogels te verbeteren. Dat is natuurlijk prima. De beheerder stelt echter direct dat in dit gebied de vossen moeten worden geschoten, omdat anders ‘het hele weidevogelprogramma de prullenbak in kan’.
Beter weten
Beide natuurorganisaties stellen zeer terughoudend te zijn wat betreft het bestrijden van predatoren ten behoeve van de weidevogelstand, maar zouden beter moeten weten. De hoofdoorzaak van de achteruitgang van weidevogels is de intensivering van de landbouw. Dan gaat het onder andere om verlaging van de waterstand, eenvormiger worden van de vegetatie, vroeger en grootschaliger oogsten/maaien en verslechtering van het voedselaanbod. Vossen en weidevogels leven al duizenden jaren samen. Weidevogels zijn vanwege het feit dat ze op de grond broeden kwetsbaar voor predatie en ze zijn daar dan ook volledig op aangepast. Bovendien worden eieren en jongen niet alleen door vossen gegeten, maar ook door onder andere kleine marterachtigen, egel, rat, reiger, havik, sperwer, hond en kat. Dit betekent dat als de omstandigheden voor weidevogels optimaal zijn, predatie geen enkel probleem vormt. En dat betekent ook dat het schieten van vossen helemaal niet ‘goed is voor weidevogels’.
Het is zeer teleurstellend dat deze natuurorganisaties, mogelijk onbewust, bijdragen aan het in standhouden van de hetze tegen de vos. Zonder enige kritische kanttekening kondigt NMZH de lezing van de WBE Delfland aan op de activiteitenagenda. Natuurmonumenten heeft klaarblijkelijk een beheerder aangesteld die volledig het tegenoverstelde doet en uitdraagt als waarvoor hij is aangenomen. Natuurorganisaties zouden de hetze tegen de vos, die in de media voortdurend breed wordt uitgemeten, actief moeten ontkrachten en geen ruimte moeten bieden aan dit soort jagerspropaganda.
Overigens is ook nooit aangetoond dat het bestrijden van ganzen of vossen heeft geleid tot een daadwerkelijke vermindering van de aantallen. Soms kan er sprake zijn van een zeer tijdelijke verlaging, maar vervolgens betekent het doden alleen maar dat er meer nieuwe dieren worden geboren. Een blijvende ‘oplossing’ is het nooit. Maar dat willen deze mensen ook helemaal niet, want dan zouden ze hun eigen hobby, jagen, om zeep helpen.