Raad van State keurt gebruik geweer tegen damherten in natuurgebied goed
Zoals wij al eerder hebben bericht, hebben wij beroep aangetekend tegen de ontheffingen die in het kader van de Flora- en faunawet door de provincies Noord- en Zuid-Holland zijn verleend om het aantal damherten in het gebied Kennemerland-Zuid, waaronder de Amsterdamse Waterleidingduinen, zeer drastisch terug te dringen. Deze ontheffingen zijn verleend, omdat het hier gaat om beschermde inheemse dieren die in principe niet mogen worden gedood. Aangezien het afschot zal plaatsvinden in een Natura 2000-gebied, is er tevens vergunning nodig op grond van de Natuurbeschermingswet. Tegen die vergunning hebben wij eveneens beroep aangetekend.
Uitspraak
Deze week heeft de Raad van State ons beroep tegen deze Natuurbeschermingswet-vergunning ongegrond verklaard. Wij hadden onder andere betoogd dat het voor het behoud van de biodiversiteit nodig is dat grote planteneters, zoals het damhert, in dit gebied aanwezig zijn. Hun invloed op de vegetatie is onmisbaar en kan dan ook per definitie niet als schadelijk worden beschouwd. Deze dieren vormen juist een onmisbare schakel in dit gebied. Dat betekent dat er niet alleen geen noodzaak is om in dit gebied zeer grote aantallen damherten (vele duizenden dieren) te doden. Het is zelfs schadelijk voor de biodiversiteit in dit gebied. Daarnaast hebben wij gewezen op het verstorend effect van het afschot in dit gebied op zowel de damherten zelf als op alle andere aanwezige diersoorten.
De Raad van State heeft onze bezwaren allemaal afgewezen. Volgens dit hoogste rechtscollege is in het kader van de verleende Flora- en faunawet-ontheffing voldoende aangetoond dat het grootschalige afschot noodzakelijk is. Daarnaast hoeft er volgens de Raad van State alleen te worden gekeken naar het effect van de activiteit op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Voor Kennemerland-Zuid gaat het dan om de nauwe korfslak, de groenknolorchis en de meervleermuis. De eerste twee hebben geen last van geluidsoverlast. De meervleermuizen zullen volgens de Raad van State ook niet worden verstoord. Volgens de provincie Noord-Holland zijn deze dieren alleen in de winter in dit gebied aanwezig en gebruiken dan de daar aanwezig bunkers voor hun winterslaap.
Zaak loopt nog
Uiteraard betreuren wij deze uitspraak, maar de zaak is nog niet verloren. Ons hoger beroep tegen de Flora- en faunawet-ontheffing loopt nog en zal naar verwachting later dit jaar door de Raad van State worden behandeld. Dan zullen wij nogmaals proberen aan te tonen dat het terugdringen van de aantallen damherten tot minimale aantallen strijdig is met het Biodiversiteitsverdrag en met de Flora- en faunawet.