Bijeenkomst ganzenproblematiek Noord-Holland gaat niet door
Namens gedeputeerde Jaap Bond van de provincie Noord-Holland zijn enkele weken geleden alle inzenders van protestmails uitgenodigd om op 21 oktober 2009 een voorlichtingsbijeenkomst over de ganzenproblematiek bij te wonen.
Maar een week van tevoren werd de bijeenkomst afgeblazen: er zouden zich te weinig deelnemers hebben aangemeld.
Hieronder vindt u de brief van de heer Bond, en de reactie van De Faunabescherming.
Toevoeging 29 oktober: antwoord van de heer Bond en commentaar daarop van De Faunabescherming.
Geachte heer, mevrouw,
Onlangs heeft u een uitnodiging ontvangen om met mij op werkbezoek te gaan bij een agrariër die veel last heeft van ganzen. Dit naar aanleiding van de eerder door u verstuurde e-mail over de ganzenproblematiek in Noord-Holland en de vergunningen die de provincie verstrekt.
Tot mijn grote teleurstelling heb ik maar enkele reacties ontvangen, waarvan slechts drie (!) aanmeldingen. De inzet van de middag was om een brede discussie te voeren met verschillende belanghebbenden over de ganzenproblematiek. Maar een discussie voeren is lastig wanneer een van de betrokken partijen ondervertegenwoordigd is. Bovendien investeren de agrariër dhr. Van Burgsteden en de provincie veel tijd in deze middag, teveel tijd ten opzichte van het aantal aanmeldingen. Daarom hebben we besloten de middag te annuleren.
Het blijkt erg makkelijk te zijn om een automatisch gegenereerde e-mail te versturen naar alle provincies. Een mail die overigens inhoudelijk niet klopt. Het beleid van de Provincie Noord-Holland is er juist op gericht om de jacht te voorkomen. Maar het getuigt niet van echte betrokkenheid wanneer u vervolgens niet reageert en inhoudelijk de discussie niet aan wilt gaan met de beleidsmakers.
Vanwege de drie aanmeldingen zijn wij genoodzaakt om de geplande bijeenkomst te annuleren en dat is jammer. Ik zag er naar uit om de inhoudelijke discussie te voeren en het beleid van de Provincie Noord-Holland toe te lichten. Voor de mensen die zich wel hebben aangemeld hoop ik dat u begrip heeft voor onze beslissing om de middag te annuleren.
Met vriendelijke groet,
Jaap Bond,
Gedeputeerde Flora en Fauna,
Provincie Noord-Holland.
Reactie van De Faunabescherming:
Geachte heer Bond,
Het is niet erg gebruikelijk om een week voor een geplande bijeenkomst al te concluderen dat er te weinig belangstelling bestaat en u derhalve de bijeenkomst annuleert. Temeer omdat er geen datum is genoemd waar binnen deelname moest zijn aangemeld. Nu u er kennelijk voor terugdeinst in gesprek te gaan, heb ik een aantal vragen voor u waarvan ik hoop dat u ze wilt beantwoorden.
De heer van Burgsteden runt volgens Stivas een melkveebedrijf van 60 hectaren en hij heeft 90 koeien. Daarnaast heeft hij nog 15 hectaren los in gebruik en 130 schapen als neventak. Tweemaal per jaar wordt er schade op gras veroorzaakt door ganzen door hem geclaimd. Dat heeft hem de laatste vijf jaar € 52.604 aan tegemoetkoming in de schade aan gras opgeleverd, betaald door het Faunafonds. Dus gedeeltelijk uit de algemene middelen. De taxaties hebben voor een groot deel betrekking op bijna het totale oppervlak van de 60 hectaren grond. Bovendien worden er ook taxaties uitgevoerd en uitbetaald in de winterperiode.
Wanneer heeft de heer van Burgstede zijn koeien op stal? Wanneer zij op stal staan in de winter wordt er dan ook gras geoogst? En hoe kan het dat binnen anderhalve maand twee schadeclaims zijn ingediend voor hetzelfde stuk grond? Voorbeeld: 8-5-2006, schade op 40 ha, uitbetaald € 3.710 en op 26-6-2006 weer op 65 ha, uitbetaald € 2.942.
Midden in de winter op 26-02-2007 meldt de heer van Burgsteden schade waarvoor hij € 7.339 krijgt uitbetaald. Op 11-02-2008 wordt hetzelfde foefje uitgehaald. Opbrengst € 12.077. Kunt u mij vertellen welke op dat moment de inkomstenderving was voor het bedrijf van de heer van Burgsteden?
Het Faunafonds stelt in het jaarverslag 2008 het volgende: “Het bedrag dat als tegemoetkoming in de schade in 2008 is uitbetaald is per toegekend verzoek gestegen met € 1.000 ten opzichte van 2007. De forse toename wordt veroorzaakt door enerzijds een explosieve stijging van de prijzen voor landbouwproducten en anderzijds door een stijging van het aantal verzoekschriften voor een tegemoetkoming. De prijzen van granen en droge stof prijs bij gras lagen in 2008 30% hoger dan in 2007”. Om even de gedachte te bepalen; in 1991 waren er nog maar 1230 verzoekschriften, in 2008 zijn het er 4845 terwijl er in 1991 meer agrariërs actief waren. “Als gevolg van afgenomen animo voor het afsluiten van opvangovereenkomsten voor ganzen kozen meerdere grondgebruikers er in 2008 voor een verzoekschrift om schadevergoeding in te dienen”, aldus het Faunafonds. Het is bekend dat Noord- Holland in gebreke is gebleven inzake het creëren van opvanggebieden van voldoende grootte op de juiste plaatsen. Dit staat nog los van het feit dat inmiddels bekend is dat het experiment van verjagen naar opvanggebieden mislukt is. Er zijn 100.000 ganzen geschoten in het kader van de verjaagacties en er wordt meer schade geclaimd!
Het geclaimde bedrag van de heer van Burgsteden is in vijf jaar verdubbeld. Maar er zijn meer maatschappen in Uitgeest waar fors wordt geclaimd. De Maatschap Wouda heeft op 18-02-2008 ook €15.000 schade aan gras in de winter geclaimd.
Kunt u mij aangeven in hoeverre u er van verzekerd bent dat ganzen niet te verjagen zijn met alternatieve middelen? Kunt u mij meedelen waarom u van mening bent dat agrariërs onvoldoende gecompenseerd worden door daadwerkelijk geleden schade?
Bent u niet met mij van mening dat de politiek moet voorkomen dat boeren vluchten in een nieuwe vorm van subsidie door het ongegeneerd claimen van schade, nu het niet meer vanzelfsprekend is dat Brussel de broek van boeren ophoudt?
Kunt u mij meedelen van welke subsidieregelingen in het kader van agrarisch grondgebruik de heer van Burgsteden nog meer gebruik maakt?
Voor de beantwoording van mijn vragen zeg ik u bij voorbaat dank.
Met vriendelijke groet,
Rita Stockmann.
Geachte mevrouw Stockmann,
Dank voor uw uitvoerige mail. Het is goed te zien dat u zeer betrokken bent bij hetgeen wat er in de provincie gebeurt. Naar aanleiding van de annulering stelde u aanvullende vragen. Met ons faunabeheerplan dat uitgaat van preventie en een diervriendelijke manier van populatiebeheer proberen wij er alles aan te doen om de jacht te voorkomen. In 1999 telden we in Nederland 150.000 ganzen. We hebben er nu ruim 1,5 miljoen. De schade in Noord-Holland loopt elk jaar op met 300.000 euro waarbij we nu op een schadebedrag zitten van 1,8 miljoen euro per jaar. De ganzenproblematiek verergert dus met de dag.
U vraagt naar de inkomstenderving van dhr. Van Burgsteden en suggereert dat hij schades dubbel ontvangt. Wij kennen de details van de bedrijfsvoering van het dhr. Burgsteden niet. Wel is het duidelijk dat uitbetaling van schades door het Faunafonds pas gebeurt na taxatie van die schade. Ik acht het daarom uitgesloten dat de schades dubbel betaald worden. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat de schade voor de bedrijfsvoering tot 2,5 maal hoger zijn dan de tegemoetkoming die door het Faunafonds betaald worden. Daarnaast mag een agrariër ook pas vanaf € 300,- schade een claim indienen bij het Faunafonds. Een agrarisch ondernemer gaat er financieel dus niet op vooruit als hij schade heeft naar aanleiding van ganzen.
U stelt dat de provincie in gebreke is gebleven als het gaat om foerageergebieden voor ganzen. Dit is echter niet het geval. Uit onderzoek van Alterra is gebleken dat de provincie Noord-Holland voldoende hectaren ganzenfoerageergebied aangewezen heeft om de onze provincie bezoekende ganzen en smienten te voeden. Wij willen samen met andere provincies beraden of we het toekomstig beleid voor overwinterende ganzen en smienten willen blijven volgen na 2012. Dit beleid wordt gemonitord en geevalueerd zodat we een zorgvuldige afweging kunnen maken.
U vraagt naar alternatieve verjagingsmethoden. Er zijn ons geen middelen bekend die betaalbaar zijn én de ganzen structureel kunnen verjagen.
Verder stelt u dat de tegemoetkoming in schade een nieuwe vorm van subsidie is, wat ik absoluut niet met u eens ben. Zoals eerder gesteld worden agrariërs niet schadeloos gesteld maar krijgen zij slechts het gemis aan gewas deels gecompenseerd, voor dit bedrag kan er geen alternatief voer ingekocht worden.
Ook vraagt u van welke subsidies dhr. Van Burgsteden gebruikt maakt. Deze informatie is bij ons niet bekend.
Ik neem aan dat ik hiermee uw vragen voldoende heb beantwoord. Ik zal hierna niet meer reageren op uw reacties. Ik ben altijd bereid om met u in gesprek te gaan over deze kwestie maar niet meer via de mail. U kunt daartoe een afspraak maken via mijn secretariaat.
Met vriendelijke groet,
Jaap Bond,Gedeputeerde Flora en Fauna,
Provincie Noord-Holland.
Commentaar van De Faunabescherming:
Hierboven hebben wij de relevante delen van de brief van de heer Bond afgedrukt. Hieronder geven wij (cursief gedrukt) commentaar op zijn antwoord.
De heer Bond stelt: “Met ons Faunabeheerplan dat uitgaat van preventie en een diervriendelijke manier van populatiebeheer proberen wij er alles aan te doen om jacht te voorkomen.”
Wij kunnen echter niets diervriendelijks ontdekken aan het feit dat er in de zomer van 2008 15.000 grauwe ganzen zijn geschoten of vergast. Wat de heer Bond hier in feite zegt is: “Met jacht proberen wij jacht te voorkomen.”
De heer Bond stelt: “In 1999 telden we in Nederland 150.000 ganzen. We hebben er nu ruim 1,5 miljoen. De schade in Noord-Holland loopt elk jaar op met 300.000 euro waarbij we nu op een schadebedrag zitten van 1,8 miljoen euro per jaar. De ganzenproblematiek verergert dus met de dag.”
De Provincie Noord-Holland betaalt hier zelf geen cent aan. De tegemoetkomingen in schade worden uitsluitend betaald door het Faunafonds dat voor een groot deel wordt gevoed uit de algemene middelen.
Zonder daarvoor enig bewijs te overleggen, stelt de heer Bond: “Uit onderzoek is gebleken dat de schade voor de bedrijfsvoering tot 2,5 maal hoger zijn dan de tegemoetkoming die door het Faunafonds betaald worden.”
Hij doelt vermoedelijk op de verhalen van de klagende boeren zelf. Dat is echter geen objectieve informatiebron.
De heer Bond beweert geen details te kennen over de bedrijfsvoering van de heer Van Burgsteden waar de heer Bond de bijeenkomst over de ganzenproblematiek had gepland.
Wij vragen ons dan toch af waarom hij de bijeenkomst daar had gepland en niet had gekozen voor een bijeenkomst op het provinciehuis.
Volgens de heer Bond zegt Alterra “dat er voldoende foerageergebieden voor ganzen en smienten in Noord-Holland zijn aangewezen”.
Of die op de juiste plaatsen zijn gelegen, laat hij in het midden.
De heer Bond stelt: “Voor overwinterende ganzen en smienten willen we ons samen met andere provincies beraden of we het toekomstige beleid willen blijven volgen na 2012.”
Dat kan dus nog alle kanten op gaan.
Rita Stockmann vroeg naar alternatieve verjagingsmethoden. “Er zijn ons geen middelen bekend die betaalbaar zijn én de ganzen structureel kunnen verjagen.”
Het elk jaar doodschieten van 30.000 ganzen in Noord-Holland biedt zeker geen structurele oplossing.
De heer Bond stelt: “Agrariërs worden niet schadeloos gesteld maar krijgen gemis aan gewas deels gecompenseerd.”
Hier blijft het antwoord van de heer Bond ook weer hangen. De vraag was juist welk gemis aan gewas er in het geding was en in welk jaargetijde.