Uitvoeringsregelgeving strijdig met Wet natuurbescherming
Oproep aan parlement
De staatssecretaris van Economische Zaken heeft ten behoeve van de invulling van de Wet natuurbescherming een ontwerpbesluit en een ontwerpregeling opgesteld. De leden van de Eerste en Tweede Kamer hebben enkele weken de tijd om op deze ontwerpen te reageren, voordat de teksten ter advisering aan de Raad van State wordt toegestuurd. Eerder dit jaar waren de conceptteksten al via het internet bekend gemaakt en daarop kon iedereen reageren. De Faunabescherming heeft dat ook gedaan, maar moet helaas constateren dat onze onderbouwde reactie niet tot een aanpassing van de teksten heeft geleid.
De Faunabescherming heeft daarom nu een brief naar de leden van de Eerste en Tweede Kamer gestuurd om een aantal punten onder hun aandacht te brengen en de staatssecretaris te verzoeken om de ontwerpen op deze punten aan te passen. brief commissies EZ voorhang
Landelijke vrijstelling
Op basis van de wet kan de staatssecretaris diersoorten op de landelijke vrijstellingslijst plaatsen. Dat betekent dat elke grondgebruiker in het hele land toestemming heeft om deze diersoorten te (laten) doden. Daarbij moet wel aan enkele criteria worden voldaan. Het moet bijvoorbeeld gaan om diersoorten die in het hele land belangrijke schade aanrichten, waarvoor geen andere bevredigende oplossing beschikbaar is. De staatssecretaris heeft in de ontwerpregelgeving Canadese gans, konijn, kauw, zwarte kraai, houtduif en vos op de landelijke vrijstellingslijst geplaatst.
De Faunabescherming heeft de Kamerleden in de brief aangetoond dat voor geen van deze diersoorten is voldaan aan de criteria die de wet daarvoor stelt. Deze soorten moeten daarom van deze lijst worden verwijderd.
Geen jacht in natuurgebieden
In de brief pleiten wij er ook voor om de jacht in Natura 2000-gebieden te verbieden. Er is geen enkel argument om de jacht, die zeer verstorend is, toe te staan in dit soort internationaal erkende natuurgebieden. Als het toch nodig zou zijn om in een dergelijk gebied in te grijpen met het geweer, kan eventueel een ontheffing worden verleend.
Jachtseizoen
In de wet zijn vijf diersoorten (haas, konijn, houtduif, wilde eend en fazant) als jachtwild aangewezen. De staatssecretaris regelt in het ontwerp wanneer de jacht is geopend. Hij wil de jacht op wilde eend en konijn al vanaf 15 augustus toestaan en op de andere soorten vanaf 15 oktober. De jacht sluit voor alle soorten aan het eind van het jaar of eind januari.
Let wel, de jacht wordt uitsluitend uitgeoefend voor het plezier van de jagers. Het dient geen enkel maatschappelijk belang en is bovendien buitengewoon verstorend voor de gehele natuur. Daarom is De Faunabescherming van mening dat de periode waarin de jacht wordt geopend voor alle genoemde soorten beperkt zou moeten worden tot 0 dagen.
In ieder geval zou de jacht niet mogen worden toegestaan in een periode van het jaar dat dieren nog bezig zijn met de voortplanting. Het voorgaande betekent dat de jacht in ieder geval niet zou mogen worden geopend vóór 15 oktober.
Middelen voor vangen en doden
In de ontwerpen wijst de staatssecretaris een aantal middelen aan waarmee dieren mogen worden gevangen en gedood. Aangezien deze wet is bedoeld ter bescherming van alle in het wild levende dieren, zou het geven van toestemming om dieren te doden moeten worden beperkt tot een uitzondering. In het geval van schade moet eventuele bestrijding zijn gericht op het weren of verjagen van de betreffende dieren. Dat betekent dat er uiteraard geen middelen zouden mogen worden ingezet die zijn gericht op het lokken en vangen van dieren, aangezien deze middelen niet bijdragen tot beperking van schade. Dat betekent dat middelen zoals kastvallen, vangkooien, vangnetten en lokmiddelen moeten worden geschrapt.
Houden van ‘gefokte’ vogels
Volgens de staatssecretaris zouden gefokte vogels kunnen worden onderscheiden van in het wild gevangen vogels door een gesloten pootring. Iedereen die zich met de handhaving en opsporing bezighoudt, weet dat het merken door middel van een gesloten pootring geen waterdicht systeem is. Er wordt op zeer grote schaal met ringen gerommeld. Ze worden gemanipuleerd, opgerekt, uitgeboord, doorgeknipt en weer dichtgemaakt. Bovendien worden gesloten pootringen bij kuikens in het veld aangebracht, waarna de jongen vlak voor het uitvliegen, worden gevangen en via de pootringen worden geregistreerd als ‘gefokt’. Op deze manier is het niet mogelijk om vast te stellen of geringde vogels wel echt in gevangenschap zijn geboren. Zolang er geen goed, waterdicht systeem bestaat om wildvang van vogels uit te sluiten, vragen wij om een verbod op het houden van vogelsoorten die in het wild voorkomen.