Bescherming vos is papieren tijger
Provincie en rechterlijke macht faciliteren de jachtlobby tegen de adviezen van deskundigen in. Een bericht over een uitspraak van de Raad van State d.d. 14 oktober 2015 over het ‘s nachts schieten van vossen in de provincie Noord-Holland.
Schieten met kunstlicht
Het gaat in ons land heel slecht met de weidevogels. Iedereen weet dat de oorzaak ligt bij het zeer intensieve landgebruik, waarbij geen rekening wordt gehouden met de belangen van deze vogels, maar de schuld wordt geheel bij de vossen gelegd. Dat komt de jagers namelijk goed uit, aangezien vossen door hen worden gezien als grote concurrent. Vossen eten onder andere konijnen, hazen, fazanten, wilde eenden en houtduiven. En laten dat nou net de soorten zijn, waar jagers graag op jagen. Het gevolg is dat verschillende provincies, waaronder Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht en Noord-Holland, ontheffingen hebben verleend voor het schieten van vossen ’s nachts met kunstlicht. De Faunabescherming heeft zich altijd fel tegen het verlenen van dit soort ontheffingen verzet en heeft met regelmaat de rechter gevraagd om deze ontheffingen te vernietigen. Helaas luisteren rechtbanken liever naar de makkelijk te begrijpen onzinverhalen van de door jagers ingefluisterde provincies, dan naar de door ons geciteerde wetenschappers. Hetzelfde geldt voor het hoogste rechtscollege van dit land, de Raad van State. In een recente uitspraak wordt de in onze ogen onterechte uitspraak van de rechtbank Haarlem bevestigd.
Vos vormt geen probleem
Tijdens deze procedure hebben wij erop gewezen dat predatie een natuurlijk gegeven is en dat prooidiersoorten in principe in staat zijn om verliezen door predatie te compenseren. Zo zit de natuur nou eenmaal in elkaar. In feite is een groot deel van de geboren dieren bedoeld om te worden opgegeten!
Wij hebben tevens gewezen op verschillende wetenschappelijke rapporten, waarin de werkelijke oorzaak van de achteruitgang van de weidevogels wordt beschreven. Daaruit blijkt dat intensief agrarisch landgebruik zowel direct als indirect leidt tot verhoogde sterftekansen. Zo leidt vroeg maaien tot meer directe kuikensterfte door maaien en schudden, maar ook tot verhoogde predatie direct na het maaien. Daarnaast verdwijnen door het gelijktijdig maaien van grote oppervlakken grasland dekking en voedsel, wat leidt tot extra sterfte door predatie en uitputting. Onderzoek laat zien dat er een duidelijke relatie bestaat tussen verhoogde predatieverliezen en de intensiteit van het landgebruik. Dat betekent dat het bestrijden van de verlies veroorzakende predatoren niet effectief is, zolang het landgebruik niet drastisch wordt aangepast. Het advies van de deskundigen is dan ook om meer openheid te creëren, het waterpeil te verhogen en het agrarisch landgebruik aan te passen, door later te maaien en daarmee de voedselbeschikbaarheid voor de kuikens te verhogen.
Het gaat niet alleen om een theoretisch verhaal. Het wordt in de praktijk bevestigd. In twee gebieden waar het landgebruik drastisch werd aangepast en voldeed aan de eisen die weidevogels aan een gebied stellen, bleek de aanwezigheid van vossen het herstel van de weidevogelpopulaties niet te belemmeren. Het waterpeil werd verhoogd, het mozaïek van hooien en beweiden werd aangepast en de mestgift werd beperkt. In de nabije omgeving van beide gebieden komen veel vossen voor. In het ene gebied werden geen maatregelen genomen om predatie door vossen te beïnvloeden. In het andere gebied werd een gedeelte afgerasterd om vossen buiten sluiten. Het effect van dit raster was niet waarneembaar in het broedsucces. Sterker nog, het aantal broedparen steeg buiten het raster zelfs sneller dan er binnen!
Meerdere predatoren
Wij hebben daarnaast gewezen op predatieonderzoek, waaruit blijkt dat vossen niet de belangrijkste predator zijn waar het gaat om weidevogels.
Bij legselpredatie gaat het om zes of zeven soorten zoogdieren, te weten vos, hermelijn, steenmarter, bunzing, egel, hond en mogelijk wezel en vier soorten vogels: zwarte kraai, bruine kiekendief, havik en scholekster. Bij predatie van kuikens gaat het om ten minste 15 diersoorten, waarbij predatie door vogels twee tot vier maal zo vaak voorkomt als predatie door zoogdieren. Het gaat dan met name om buizerd, blauwe reiger en hermelijn. Een kleiner aandeel heeft de zwarte kraai. De overige soorten zijn: torenvalk, havik, sperwer, bruine kiekendief, kauw, kleine mantelmeeuw, stormmeeuw, ooievaar, rat, vos en kat.
Door onderzoekers is gekeken naar het effect van de verschillende verliesoorzaken op het totale aantal vliegvlugge jongen. Daaruit blijkt dat in de meeste gebieden predatie van kuikens (vooral door vogels) de verliesoorzaak is met het grootste effect op het totale broedsucces.
Ten slotte hebben wij gewezen op het advies van vossendeskundigen. Die geven aan dat algemene bejaging van vossen geen zin heeft. Ondanks jarenlange bestrijding heeft dit dier kans gezien zich te verspreiden naar allerlei gebieden waar hij eerst niet voorkwam.
Uitspraak Raad van State
Toch heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State al deze argumenten van tafel geveegd en gekozen voor de eenvoudige weg. In de uitspraak volgt de Afdeling de rechtbank Haarlem dat afschot in de nacht met kunstlicht leidt tot meer dode vossen. En meer dode vossen leidt tot een afname van de predatie, aldus de Afdeling. Dat het aandeel van de vos in de predatie en de invloed daarvan op de weidevogels niet precies bekend is, vindt de Afdeling geen probleem, want dat is volgens dit hoogste rechtscollege niet nodig om deze beschermde diersoort dag en nacht te kunnen bestrijden.
Het komt zo ongeveer neer op: baat het niet dan schaadt het niet. De praktijk heeft keer op keer bewezen dat het zeker niet zal baten, maar dat het wel enorm veel schade en leed veroorzaakt.
Wij vinden het onbegrijpelijk dat de bescherming van een inheemse diersoort zo makkelijk opzij wordt geschoven, door provincies die verantwoordelijk zijn voor deze bescherming en door rechters die hierop zouden moeten toezien. Beiden laten zich geheel leiden door jagers, die niet deskundig zijn op ecologisch gebied. En beiden negeren op deze manier alle door ons ingebrachte rapporten van deskundigen, die erop wijzen dat bestrijding zowel onnodig als zinloos is.
Geraadpleegde rapporten:
Predatie bij weidevogels
De invloed van beheer en predatie op de overleving van weidevogelkuikens in Friesland