Brandbrief naar provincies: Stop jacht op in het wild levende dieren wegens extreme koude
De Faunabescherming heeft een brandbrief aan Gedeputeerde Staten van alle provincies gestuurd met het dringende verzoek de jacht op alle bejaagbare dieren onmiddellijk op te schorten wegens extreme kou en sneeuw. Het is bekend dat rondom de feestdagen veel jagers met jachtgasten de vrije dagen benutten om gezamenlijk grootscheepse jachten op touw te zetten.
Ons verzoek betreft niet alleen de voor de wet bejaagbare dieren zoals konijnen, wilde eenden, fazanten en houtduiven, maar ook de diersoorten waarop mag worden gejaagd in het kader van populatiebeheer en schadebestrijding zoals onder andere: hazen, ganzen, knobbelzwanen, vossen, wilde zwijnen, damherten en reeën.
De Faunabescherming acht een algeheel schietverbod noodzakelijk tot enkele weken na de vorstperiode, totdat watervogels weer volledig gebruik kunnen maken van hun voedselbronnen, en de overige dieren hun voedsel weer kunnen bereiken wanneer de sneeuw verdwenen is en de vorst uit de grond is.
Het schieten op dieren verontrust niet alleen die diersoorten waarop de jager het oog heeft, maar treft ook andere kwetsbare diersoorten die in de winterperiode al hun krachten moeten besteden om het schaarse beschikbare voedsel te zoeken.
De Flora- en faunawet verbiedt weliswaar uitdrukkelijk het jagen op dieren die als gevolg van weersomstandigheden in uitgeputte toestand verkeren, maar het sein tot stopzetten van jacht berust bij Gedeputeerde Staten van de provincies. Jagers stoppen immers niet uit eigen beweging, zelfs niet op uitgeputte en op drift geraakte dieren, maar moeten daartoe worden gedwongen.
De Faunabescherming spoort de twaalf provincies aan met spoed vóórdat de kerstvakantie aanvangt en de dienstdoende ambtenaren onbereikbaar zijn, een eensluidend besluit tot stopzetting van jagersactiviteiten te nemen. Om jachttoerisme binnen Nederland omogelijk te maken dienen de provincies allemaal een gelijktijdig en eensluidend besluit te nemen.
Bovendien pleit De Faunabescherming ervoor dat bij de beslissing van de overheid om de jagersactiviteiten te stoppen, behalve de gebruikelijke raadpleging van jagers en agrariërs, ook de belangen van dierenbeschermers worden gehonoreerd.