Verbod schieten katten Zuid-Holland
Meestal bevatten publicaties onder de Flora- en faunawet weinig goeds voor (wilde) dieren. Een bekendmaking van de Omgevingsdienst Haaglanden van 21 april vormt een uitzondering op die regel. De dienst stelt per direct een verbod in op het doden van verwilderde katten in de provincie. Een besluit dat De Faunabescherming uiteraard toejuicht. Een besluit ook, dat navolging verdient van de provincies die nog steeds aanwijzingen kennen en afgeven voor het doden van katten.
Het schieten van verwilderde katten is al lange tijd omstreden. Een meerderheid van de Kamer is ertegen. Het weerhoudt staatssecretaris Sharon Dijksma er niet van om de verantwoordelijkheid af te schuiven op de provincies. Jaarlijks schieten Nederlandse hobbyjagers tussen de 8000 tot 13.500 katten. Een zeer conservatieve schatting, aldus onderzoeksinstituut Alterra. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk veel hoger.
Geen draagvlak
De bewering van jagers, dat zij het verschil kunnen zien tussen verwilderde en tamme huiskatten raakt kant noch wal. Onder de slachtoffers zijn vele huiskatten, katten in castratieprogramma’s van dierenorganisaties, die door vrijwilligers worden gevoerd en verzorgd en gedumpte huisdieren. Het schieten van katten heeft nauwelijks politiek of maatschappelijk draagvlak, maar het einde van deze praktijk is door onwil van het ministerie en provinciebestuurders helaas nog lang niet in zicht.