Ganzenbeleid Utrecht mislukt
Eind 2012 sloten de provincies en zeven natuur- en landbouworganisaties, de Ganzen-7, het zogenaamde ‘ganzenakkoord’. Na een ruzie over de winterrust spatte dit akkoord in december 2013 uit elkaar. Ondanks dat het ganzenakkoord landelijk niet meer bestaat, voert de provincie Utrecht de daarin gemaakte afspraken toch uit, terwijl onderzoek uitwijst dat de ganzenjacht juist leidt tot meer ganzen.
Utrecht werkte haar beleid uit in de Beleidsnota Flora- en faunawet 2014 en de daarmee verbonden Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht 2014. Volgens Bart Krol, gedeputeerde Ruimtelijke Ontwikkeling en Landelijk Gebied, gaat het om een compromis tussen het belang van agrariërs en dat van de vogelbescherming. Als wij de ontheffing bekijken, kunnen wij niet anders dan concluderen dat de provincie helemaal niets heeft geleerd van de ervaringen van de afgelopen jaren.
Zomerganzen
In opdracht van de provincie Utrecht heeft Sovon Vogelonderzoek Nederland onderzoek gedaan naar het beheer van de zomerganzen in de provincie Utrecht. Daarin is gekeken naar het beheer dat tot nu toe is gevoerd, het resultaat daarvan en de mogelijke alternatieven. In dit rapport staan zeer duidelijke conclusies. Zo wordt aangegeven dat in de periode 2004 tot en met 2012 is getracht om het aantal zomerganzen in de provincie Utrecht te verlagen door afschot, vangen en vergassen en het vernietigen van legsels. In totaal zijn in deze periode 40.043 grauwe ganzen geschoten en in de periode 2007 tot en met 2009 zijn 6126 ganzen gevangen en vergast. Bovendien zijn in de periode 2009 tot en met 2011 in totaal 11.643 eieren vernietigd. De onderzoekers vermelden in het rapport dat dit aantal vermoedelijk nog hoger zal liggen omdat veel gegevens ontbreken.
Resultaat
Daarna heeft Sovon naar het resultaat van het afschot gekeken. Daaruit blijkt dat het aantal zomerganzen in de genoemde periode alleen maar is toegenomen. De tellingen over de jaren 2005 tot en met 2012 laten een gemiddelde jaarlijkse populatiegroei van maar liefst 9 procent zien. De onderzoekers stellen dat afschot de meest gebruikte beheermethode is geweest en ook intensief heeft plaatsgevonden. Toch heeft dat tot op heden niet geleid tot minder ganzen en ook niet tot minder schade.
Heilloze weg
En terwijl overduidelijk is dat het blijven inzetten op het doden van ganzen een heilloze weg is, gaat de provincie er toch onverdroten mee door. Vorig jaar verleende Utrecht ontheffing om overal in de hele provincie zoveel mogelijk grauwe ganzen te doden. Daarbij is ook toestemming verleend om op zondagen en christelijke feestdagen te schieten en om de vogels te lokken met voer en lokfluiten. In deze ontheffing werd aangegeven dat het aantal ganzen sinds 2012 ondanks alle dodelijke maatregelen opnieuw is toegenomen en dat ook de schade alleen maar meer is geworden. Toch stelt de provincie, tegen beter weten in, dat ze nog streeft naar een zeer drastische verlaging van het aantal grauwe ganzen. Volgens tellingen zou het inmiddels gaan om ruim 38.000 dieren en zou dat moeten worden teruggebracht naar 7000 vogels. Een reductie van 31.000 grauwe ganzen! De provincie stelt vervolgens eenvoudig dat deze reductie in de periode tot en met 2017 ‘zal worden gerealiseerd’.
Falend beleid
De praktijk toont dat keer op keer aan, maar toch blijven de provincies (want dit soort ontheffingen zijn helaas niet uniek voor Utrecht) inzetten op dodelijke middelen. Wij vragen ons af wanneer het eindelijk tot de beleidsmakers doordringt dat het doden van dieren niet de ultieme oplossing biedt, zoals jagers dat voortdurend voorspiegelen.