Schadebestrijding met geweer werkt niet
In ‘Wildschade veel groter dan gemeld’ in het Noordhollands Dagblad van 5 augustus klaagt boer (én jager) Siem Appel over De Faunabescherming. En dan in het bijzonder over de kritiek dat de provincie Noord-Holland jagen ook buiten het jachtseizoen toestaat, zodat sommige soorten in de praktijk jaarrond gedood mogen worden.
Appel legt een relatie tussen wildschade en de noodzaak tot jagen. Deze relatie bestaat niet. Jacht leidt niet tot kleinere populaties en is bewezen ineffectief. Dat jacht niet werkt blijkt impliciet ook uit het stuk. In 2011 verscheen een bijna identiek artikel in dezelfde krant. Sterker nog, met hetzelfde citaat in de lead: ‘Wat in het Faunabeheerplan wordt gemeld als schade is slechts het topje van de ijsberg.’ Appel klaagt over het Faunafonds en dat de werkelijke wildschade veel groter is dan in de Faunabeheerplannen staat. Vreemd, want boeren (Appel is van LTO Noord-Holland) en jagers zijn de belangrijkste partijen bij het opstellen van deze plannen (De Faunabescherming heeft hier geen enkele invloed op). Vervolgens legt hij de schuld bij De Faunabescherming: ‘Ik vind dat de Faunabescherming makkelijk oordeelt over een ander zijn portemonnee.’
Vergoeding schade
Onterecht. De Faunabescherming vindt juist dat schade aan waardevolle gewassen vergoed moet worden, en wel zonder dat er eerst geschoten moet worden (zoals een voorwaarde voor vergoeding uit het Faunafonds luidt). Maar De Faunabescherming vindt ook dat agrariërs een eigen verantwoordelijkheid hebben om hun gewassen te beschermen tegen wildschade. Klagen is gemakkelijk want klagen levert geld op. Het bewijzen van wildschade is blijkbaar moeilijker, anders zouden de ‘werkelijke’ cijfers van LTO Noord-Holland in de Faunabeheerplannen vermeld staan.
Plezierjacht
De bezwaren van De Faunabescherming zijn gericht tegen de ontheffingen voor het doden van hazen en wilde eenden. Appel noemt in zijn stuk één voorbeeld van schade door ganzen, en grijpt de bezwaarschriften alleen aan om te kunnen klagen over het Faunafonds. Hij wil in dit seizoen niet eens hazen schieten omdat dat dat hem geen geld oplevert: ‘De tijd dat wij graag hazen schieten is tussen 15 oktober en eind december. Dan kun je ze ook goed kwijt. Want er mag dan weerstand zijn tegen het afschieten, de mensen willen wel graag hazen en wilde eenden eten. Over de afname hebben we niet te klagen.’ Geen jacht tegen wildschade dus, maar voor het geld en voor het plezier.