Argus 2014-1: Ganzen
Terug naar de inhoud
Auteur: Pauline de Jong
In het voorjaar 2011 bereikten de zogenaamde G-8, bestaande uit jagers, boeren, maar ook terreinbeherende organisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer en de organisatie die vogels zou moeten beschermen, Vogelbescherming, een akkoord over de gezamenlijke aanpak van het ganzen‘probleem’ in ons land.
In het ‘ganzenakkoord’ werd afgesproken dat in ruil voor het in principe met rust laten van de ganzen gedurende de wintermaanden, er zeer drastische maatregelen in de zomerperiode zouden worden genomen. Het akkoord streefde ernaar om soorten als nijlganzen, maar ook kol- en Canadese ganzen in de zomerperiode volledig uit te roeien. Volgens de plannen moest de populatie grauwe ganzen worden teruggebracht tot het niveau van 2005. Dat betekent dat er van de ongeveer 300.000 vogels maar 100.000 mogen overblijven. Kortom, een enorm bloedbad. Al vrij snel haakten de jagers af omdat de achterban geen zin bleek te hebben om tijdens het toeristenseizoen massaal op ganzen te schieten, terwijl ze de ganzen in de winter met rust zouden moeten laten. De G-7 bleef over.
Ervaring met vergassing
Om het plan uit te voeren moeten er in de zomerperiode op zeer grote schaal ganzen worden gedood. Op het moment van het sluiten van het akkoord was nog niet bekend hoe dat zou moeten gebeuren, maar duidelijk was wel dat met alleen schieten het doel niet kon worden bereikt. Het idee was om zeker ook massaal ganzen te vergassen tijdens de ruiperiode. Met deze methode is in het verleden al een paar keer ervaring opgedaan. Zo zijn er op Texel in 2008 bijna 4500 ganzen vergast en rond Schiphol ging het in 2012 om ongeveer 5000 en in 2013 om bijna 10.000 ganzen. Uit onderzoek op Texel is gebleken dat de vangactie slechts tot een kleine dip in de populatiegroei heeft geleid. De groei zette daarna onverminderd door. Ook de vangacties rondom Schiphol hebben geen enkel effect gehad op de toch al minimale kans op een aanvaring van een vliegtuig met een gans.
Hoeveel ganzen moeten dood?
Inmiddels is door Alterra Wageningen in samenwerking met Sovon Vogelonderzoek Nederland het rapport Populatiemodel voor de Grauwe gans opgesteld. Daarin zijn enkele scenario’s geschetst over hoeveel ganzen er gedood moeten worden om de gewenste aantallen te bereiken. Daaruit blijkt dat als de populatie in één jaar tijd van 300.000 naar 100.000 vogels moet worden teruggebracht door middel van vergassen en/of schieten in de zomerperiode, er ongeveer 280.000 ganzen moeten worden gedood. Het is de vraag of dat praktisch haalbaar is. Als het aantal over een periode van vijf jaar wordt teruggebracht naar 100.000 vogels, dan moeten er vijf jaar lang jaarlijks tussen de 50.000 en 110.000 ganzen, ofwel in totaal tussen de 250.000 en 550.000 ganzen worden gedood. Maar daarmee is het bloedbad natuurlijk niet ten einde. Ganzen planten zich voort en de populatie wordt als gevolg van het doden in de groeifase gehouden. Dat betekent dat de verliezen snel worden aangevuld doordat extra veel jonge ganzen volwassen worden en door immigratie vanuit de omringende landen. In het rapport is ook berekend hoeveel ganzen er na deze massale slachtingen jaarlijks moeten worden gedood om het aantal op 100.000 te houden. Het blijkt dan jaarlijks nog steeds te gaan om ongeveer 25.000 ganzen. Kortom: een volstrekt heilloze weg.
Nu nog verboden
Na een door De Faunabescherming uitgelokte uitspraak van de Rechtbank Utrecht in 2011, die in 2012 werd bevestigd door de Raad van State, bleek het gebruik van kooldioxide bij de bestrijding van ganzen op grond van Europese regelgeving verboden te zijn. Daar heeft de overheid echter een oplossing voor bedacht. In 2012 en 2013 is speciaal voor een ruim gebied rondom Schiphol gebruikgemaakt van de mogelijkheid om gedurende een relatief korte periode een vrijstelling te verlenen op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen vanwege de veiligheid van het vliegverkeer. De Nederlandse overheid heeft tevens bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden een verzoek ingediend om kooldioxide voortaan als regulier middel ter bestrijding van ganzen in het gehele land te mogen inzetten. Uit een recente brief hierover aan de Tweede Kamer blijkt dat er een langdurige procedure aan deze goedkeuring voorafgaat. Andere lidstaten in Europa moeten dit verzoek ook beoordelen. Vervolgens moet het verzoek door de Europese Raad en het Europese Parlement worden goedgekeurd. Dit betekent dat grootschalige vergassing van ganzen in het hele land in ieder geval niet voor de zomer van 2015 mogelijk is.
Einde akkoord
Eind 2013 is het ganzenakkoord van de G-7 alsnog gesneuveld. In dit geval trokken te boeren zich terug, omdat ook zij niet akkoord wilden gaan met de bescherming van de ganzen in de winterperiode. Het akkoord is dan wel van tafel, maar dat betekent helaas niet dat de overheid nu eindelijk gaat kijken naar duurzame oplossingen. Zo zouden de ganzen bijvoorbeeld alleen actief kunnen worden verjaagd en geweerd van de echt schadegevoelige percelen en worden gedoogd op overjarige graslanden. Om de aantallen ganzen structureel te verlagen kunnen broed- en opgroeigebieden voor de ganzen minder geschikt gemaakt worden. In de praktijk blijkt dat er nu in elke provincie afzonderlijk wordt onderhandeld over de maatregelen die moeten worden genomen, waarbij alles erop wijst dat daarbij toch nog steeds vooral wordt ingezet op grootscheepse dodingsmaatregelen.