Argus 2013-2: Tweede kans op leven in het wild
Terug naar de inhoud
Auteur: Nettie Dekker
Ze is bijna net zo bekend als de Domino-mus, de pijleend uit Sliedrecht. Het is een van de vele slachtoffers van menselijk handelen die opvang kreeg in Vogelklas Karel Schot in Rotterdam. Deze eend is een uitzondering; de vogelopvang ziet nauwelijks aangeschoten dieren binnenkomen. Slachtoffers van die andere vorm van jacht, vissen, ziet beheerder Monique de Vrijer des te vaker.
‘Pas kreeg ik een bergeendje binnen met drie dreggen in zijn lijfje’, vertelt De Vrijer. ‘Als ik zie hoeveel schade die haken kunnen toebrengen, denk ik dat het goed is dat dit soort dierenleed meer aandacht krijgt.’ Om zichtbaar te maken hoe vaak en ernstig vogels gewond kunnen raken, verzamelt ze nu alle haken, dreggen en vislijnen die ze verwijdert uit dieren in een pot op de balie. ‘Waarom dit gebeurt? Ik kan alleen maar verzinnen dat vissers vogels aan de haak slaan of dat ze hun attributen in het water achterlaten.’ Ze zou graag zien dat vissers het melden als een vogel door hun toedoen in problemen raakt. ‘Haken kunnen gruwelijke wonden veroorzaken. We kunnen ook lang niet altijd iets doen. We hebben bijvoorbeeld een reiger gehad met een haak in zijn poot, die zijn pezen had kapotgetrokken. Zo’n dier moeten we euthanaseren.’
Slachtoffers
De Vrijer: ‘Je kunt wel stellen dat het overgrote deel van de dieren die hier komen door het toedoen van mensen in problemen is geraakt. Dat kan zijn omdat ze in onze steden wonen (aanrijdingen, raamslachtoffers) of door achteloosheid van mensen. Als je een stuk brood of patat op straat gooit, komen daar vogels op af. Dat maakt ze heel kwetsbaar.’ Ook het lozen van olie of andere vloeistoffen waardoor vogels besmeurd raken is een vorm van onachtzaam gedrag. Vergiftiging en mishandeling komen ook voor.
Lijmplanken
Een ander categorie slachtoffers die De Vrijer tegenkomt zijn vogels die gewond raken bij de bestrijding van andere diersoorten. ‘We krijgen elk jaar wel een of twee uilen binnen die vast zijn komen te zitten op een lijmplank. Wij kunnen ze helpen, maar het herstel kan enorm lang duren. Doordat mensen het dier van de plank trekken, raakt het verenpak ernstig beschadigd. Dit betekent dat we zo’n vogel in de opvang moet houden tot na de rui, anders kunnen ze niet jagen. In het slechtste geval kan dit wel een jaar tot anderhalf jaar zijn. Het herstel kan veel sneller als mensen de vogel op de plank laten zitten en zo naar ons brengen. Wij kunnen de lijm verwijderen zonder de veren te beschadigen. Het dier dat we het langst hebben verzorgd was een jonge sperwer. Hij zat bijna twee jaar bij ons. Zijn veren en staart waren afgeknipt.’
Vogelleed
‘Ik ben natuurlijk geen liefhebber van sportvissen, roofvogelshows of valkerij,’ zegt De Vrijer, ‘maar we werken bijvoorbeeld wel samen met een valkenier. Anders kunnen we niet bepalen of een roofvogel in de natuur kan overleven. Hij moet natuurlijk wel kunnen jagen.’ Veel vogels hebben een sterke paarbinding. De Vrijer: ‘Dit kan invloed hebben op het herstel. Een dier dat zijn partner mist wordt minder snel beter. Gezelschap kan een verschil maken. Een gans lijdt als hij alleen is. Hebben we op dat moment geen andere gans, dan zetten we hem bij andere dieren, dieren waarmee hij in de natuur ook samenleeft.
Eendenmeisje
De Vrijer heeft altijd al een voorkeur gehad voor vogels. ‘Als klein meisje stond ik in mijn woonplaats bekend als het ‘eendenmeisje’. Ik heb nog steeds een zwak voor eenden. En voor kippen, ganzen en zwanen. Dat wil overigens niet zeggen dat ik niet kan vallen voor een ander dier, zoals laatst nog voor een jonge aalscholver.’ Over haar motivatie om dit veeleisende werk te doen zegt ze: ‘Wij geven wilde dieren een tweede kans om te leven in de natuur. Ik vind dat de puurste en eerlijkste vorm van helpen. Ik kan iets terugdoen voor een dier dat door ons mensen gewond is geraakt. Die gedachte is mijn drijfveer om dit werk te doen, want je geeft er ook veel voor op. Het is meer dan werk; het is een manier van leven.’ Helpen kan ook betekenen euthanasie. ‘Kneusjes kunnen we niet helpen. Het is niet verantwoord om ze terug te zetten in de natuur. Er is gewoon iets mis mee. Je moet dit soort dieren ook niet langdurig willen opvangen. Ten slotte is gevangenschap, het afnemen van zijn vrijheid, misschien wel het ergste dat een wild dier kan overkomen.’
Terug naar de inhoud