Provincie weigert informatie afschot wilde zwijnen
Uitgangspunt van de Flora- en faunawet is de bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten. In de wet is dan ook expliciet opgenomen dat het verboden is om dieren die behoren tot een beschermde inheemse soort te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen.
De provincie heeft ten aanzien van het beheer van de fauna een grote verantwoordelijkheid gekregen omdat ze de bevoegdheid heeft om in uiterste gevallen ontheffing te verlenen van het verbod om te doden. Hierbij moet wel worden beoordeeld of er geen andere oplossing is en of er geen afbreuk word gedaan aan de “gunstige instandhouding van de soort”. Voor het verlenen van een ontheffing rust er dus een onderzoeksverplichting op de provincie vooraf maar ook het toezicht en de handhaving zijn een essentieel onderdeel van het goed beheer van de fauna.
Door de provincie Gelderland is aan de Faunabeheereenheid Gelderland ontheffing verleend voor het afschieten van wilde zwijnen. Het feitelijke afschot wordt dagelijks vastgelegd in het Faunaregistratiesysteem. Ter controle heeft De Faunabescherming een verzoek gedaan op grond van de Wet openbaarheid van bestuur om de afschotgegevens te krijgen op jachtveldniveau. Tot op heden weigert de provincie om de gevraagde gegevens openbaar te maken. Hierbij geeft zij enerzijds aan dat ze niet de beschikking heeft over deze gegevens omdat ze geen zeggenschap heeft over de eigen toezichthouders. Erger is dat de provincie aangeeft dat de Faunabeheereenheid zelf toezicht moet houden op de uitvoering door de jagers en dat zij er alle vertrouwen in heeft dat dat zorgvuldig gebeurt. Een soort van slager die zijn eigen vlees keurt.
De Faunabescherming heeft beroep aangetekend tegen de weigering van de provincie om de gegevens openbaar te maken. Op 12 april jl. heeft de rechtbank Arnhem uitspraak gedaan waarbij dit beroep gegrond is verklaard. De rechtbank is van mening dat de toezichthouders hiërarchisch ondergeschikt zijn en onder verantwoordelijkheid van de provincie functioneren. Op 23 mei jl. is de provincie tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gegaan bij de Raad van State. Voorlopig zijn de gegevens dus nog niet boven tafel.
In bovengenoemde handelswijze van de provincie zijn twee dingen uiterst kwalijk te noemen. Het systeem van wet- en regelgeving en in dit geval de bescherming van de fauna kunnen alleen goed tot hun recht komen als er naast de zorgvuldigheid bij het verlenen van vergunningen en ontheffingen ook voldoende toezicht- en handhaving is op de uitvoering.
Tevens dient het handelen van de overheid inzichtelijk te zijn. Op die manier ontstaat er vertrouwen in het handelen van de overheid wat essentieel is voor onze rechtsstaat. Zeker nu er plannen zijn om te komen tot een nieuwe natuurwet moet sterk worden betwijfeld of de provincie het juiste overheidsorgaan is om de fauna te beschermen. Zeker als het gaat om dieren die de provinciegrens overschrijden.