Raad van State vernietigt Faunabeheerplan Algemene Soorten Noord-Holland
In niet mis te verstane bewoordingen heeft de Raad van State het beroep van Stichting De Faunabescherming tegen het Faunabeheerplan Algemene Soorten, van 21 maart 2018, in Noord-Holland gegrond verklaard. Daarmee mogen jagers voorlopig in Noord-Holland in ieder geval niet schieten in het kader van ‘schadebestrijding’ op de volgende soorten: knobbelzwaan, houtduif, meerkoet, spreeuw, gaai, ekster, zwarte kraai, kauw, konijn, en vos.
Het college van GS moet binnen 12 weken een nieuw besluit nemen over het bezwaar van De Faunabescherming, met inachtneming van deze uitspraak.
Landelijke vrijstelling
Voor houtduif, kauw, zwarte kraai en vos geldt een landelijk vrijstelling om ze te doden. Dat ontslaat de provincie echter niet van de plicht om aan te tonen dat van al deze soorten het gehele jaar en in de hele provincie een dreiging van ernstige schade uitgaat. En dat die schade niet met andere middelen valt te voorkomen. Dat heeft de provincie naar het oordeel van de Afdeling niet voldoende of zelfs helemaal niet aangetoond.
Doden is uitzondering
Volgens de Wet natuurbescherming (Wnb) is doden een uitzondering op het principe van beschermen. Soorten die in een ongunstige staat van instandhouding verkeren, waarvan de aantallen sterk achteruit gaan en/of waarvan het leefgebied kleiner is geworden, mogen daarom niet gedood worden. Dat is met name duidelijk het geval voor houtduif, meerkoet, spreeuw en konijn.
Lees de uitspraak van de Raad van State
Het gaat om de knobbelzwaan (foto zie boven) en de volgende negen soorten: