Politiek bemoeit zich weer met rechterlijke uitspraak
Op dezelfde dag, 3 juni 2009, dat de rechter in Utrecht het vangen en vergassen van wilde ganzen op verzoek van De Faunabescherming heeft geschorst, stuurt het Ministerie van LNV in een persbericht haar richtlijnen voor beleid ten aanzien van overzomerende ganzen en hoe die moeten worden geschoten, gevangen en gedood (vergast), naar de media.
Die richtlijnen dateren van september 2007 en zijn als handreiking alleen toegestuurd aan provincies en Faunabeheereenheden. Die Faunabeheereenheden bestaan per provincie uit bestuursorganen uit kringen van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging, LTO (boeren), Federatie van Particulier (groot) Grondbezit en de Provinciale Landschappen. Deze richtlijnen zijn door het ministerie van LNV bedacht en zonder enig overleg met de Tweede Kamer van toepassing verklaard zonder weging van het ornithologisch belang, algemeen maatschappelijke verantwoordelijkheid of draagvlak voor ganzen in Nederland, met uitsluitend oog voor de belangen van de landbouw en jacht.
LNV stelt dat het leggen van een relatie tussen schade in de landbouw en ganzen van belang is voor de juridische houdbaarheid van de ontheffingen die door een provincie worden verstrekt. “Daarom is maatwerk van groot belang”. Lokaal kan afgesproken worden hoeveel ganzen er in een gebied mogen voorkomen. Aandacht voor dierenwelzijn is toegenomen en het doden van dieren ligt gevoelig, aldus het ministerie. Voorts is het ministerie van mening dat afschot in grote populaties nauwelijks enig resultaat oplevert. Vangen wel. Met name brandganzen, Canadese ganzen, en de door het ministerie zo genoemde soepganzen. In geciviliseerde kringen heten deze ganzen boerenganzen. Met grauwe ganzen ligt dat anders, die laten zich veel moeilijker bijeendrijven, doceert het ministerie in de Handreiking.
De natuurbeschermingsorganisaties, vertegenwoordigd in de Faunabeheereenheden, doen geen enkele poging om de natuurbeschermingsbelangen te verdedigen. Dat is ook niet zo verwonderlijk, omdat bij Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer respectievelijk C. Veerman en C. Kalden, beiden afkomstig uit de top van LNV, de dienst uitmaken.
Het ministerie onthult tevens dat het vangen en afmaken van ruiende ganzen voor sommige soorten een doelgerichte methode is om populaties te verkleinen. Meer aansporing van LNV hebben boeren en jagers niet nodig. Ook de provincies weten zich gedekt door landbouw minister Verburg (CDA).
Zo worden duizenden inheemse broedvogels op een weerzinwekkende wijze geruimd. En als de rechter daar voorlopig een stokje voor steekt, probeert het ministerie van LNV met een tot nu toe buiten eigen kringen ongepubliceerd rapport, via de media, de rechter voor de voeten te lopen. Het is niet voor niets dat de Hoge Raad der Nederlanden dezer dagen de politiek oproept zich niet met uitspraken van rechters te bemoeien. De Faunabescherming is het daar hartgrondig mee eens.
Zie ook:
Faunabescherming wint kort geding
Actiepagina mailprotest