Geen schade door ganzen aan grasland
Opdracht van de provincie Friesland heeft bureau Altenburg & Wymenga onderzocht hoeveel schade ganzen in twee graslandgebieden in Friesland, nabij Heerenveen en nabij Dokkum, aan de opbrengst van het gras aanrichten.
Het blijkt dat, aangezien gras pas in april echt begint te groeien, begrazing van graslanden in de winter nauwelijks enige invloed heeft op de groei in het voorjaar.
In 80% van de proefveldjes was de hoogte van het gras op het moment van de eerste “snede” niet significant verschillend voor veldjes waarop ganzen hadden gegraasd en veldjes waarop dat niet zo was. In slechts 20% van de gevallen was enige vertraging van de grasgroei waar te nemen, met een week “verlies” in tijd voor de eerste snede.
Verder bleek dat de door beëdigde taxateurs getaxeerde schade op geen enkele manier in relatie stond tot de door Altenburg & Wymenga gemeten waardes van de hoogte van het gras.
Uit dit rapport kan dus geconcludeerd worden dat schade door ganzen aan 80% van het grasland niet bestaat. In 20% van de gevallen is er wel enige schade, maar zo weinig dat daar geen afschot van ganzen op gebaseerd kan worden.
Er wordt ook gerept van schade door zwanen en door mezen. Het lijkt logisch te veronderstellen dat de conclusies van Altenburg & Wymenga ook aantonen dat zwanen en mezen geen schade aan grasland in de winter aanbrengen.